Natuurjournaal 22 april 2024

De eerste ringmussen leggen eieren. Ringmussen lijken veel op huismussen maar hebben een bruin hoofd – en geen grijs petje zoals de huismus – en een zwarte wangvlek. Om deze zwarte vlek is het wit, als een soort ring. Net als huismussen broeden ringmussen graag bij elkaar. Vaak in de buurt van mensen zoals bij boerderijen en in dorpen. Het is echt een soort die van kleinschalig landschap houdt. Maar daar is steeds minder van: sinds 1990 is het aantal ringmussen gehalveerd. Op de site van Vogelbescherming lees je wat we daaraan kunnen doen. En intussen hopen dat er veel kuikens uitkomen. Het broeden duurt maar twee weekjes, binnenkort is het dus een druk heen en weer gevlieg van de ouders om de jongen te voeren.

Dat de naamgevers van planten het niet al te nauw nemen met de seizoenen blijkt maar weer uit het zomerklokje. Die bloeit namelijk midden in het voorjaar, vooral in april. En het lenteklokje bloeit in de winter! Veel mensen kennen het zomerklokje als tuinplant, maar het is een inheemse soort in Nederland. Ze groeit in overstromingsgebieden van rivieren en dan vooral op de grensgebieden tussen veen en klei. Ze houdt echt van natte voeten en groeit in hooi- en rietlanden bijvoorbeeld tussen de dotterbloemen. Het is best een stevige plant die ongeveer een halve meter hoog wordt. Tegenwoordig is ze heel zeldzaam en groeit vooral nog in laagveengebieden in het westen.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga; Stef van Walsum