Natuurjournaal 7 april 2024

Vlinders waren er al volop, op libellen moeten we altijd tot april wachten. Met uitzondering van de overwinterende winterjuffers natuurlijk. Steevast is de eerste voorjaarssoort die uitsluipt de vuurjuffer. Een prachtig rode juffer die algemeen is en bij allerlei soorten water voorkomt, ook veel in tuinen. Aan de rode kleur zijn ze makkelijk te herkennen, de gelijkende koraaljuffer vliegt pas later in het voorjaar. Meestal zijn vuurjuffers veel te zien vanaf half april, met wat vroege exemplaren begin april. Dit jaar werden de eerste al eind maart gezien en gisteren zijn er vast veel vuurjufferlarven het water uitgekropen om in de warmte hun vleugels uit te slaan. Opgelet dus, of je deze week een metallic rode glimp ziet bij het water.

Hondsdraf staat nu volop in bloei. Dit plantje is heel algemeen, want ze doet niet al te moeilijk over waar ze groeit. Voedselrijk of voedselarm, in de schaduw of in de zon, dat maakt allemaal niet uit. Wel houdt ze van een beetje vochtige grond met veel humus. Hoog zijn deze plantjes niet, sterker nog, hondsdraf kruipt met haar stengels over de grond. Daarbij maakt ze steeds nieuwe wortels en breidt zich zo makkelijk uit. Ook de lipbloemen zijn niet groot, maar vallen toch wel op door hun licht blauwpaarse kleur. Als je een takje hondsdraf plukt, zie je dat de stengel vierkant is. Ook ruik je de typische geur, net als een brandnetel. Maar het schijnt dat gekneusde blaadjes hondsdraf juist helpen tegen de ‘prik’ van brandnetels. Met honden hebben ze trouwens niets te maken. De naam was in de middeleeuwen gondrave wat zoiets als ‘etter-rank’ betekent, een plantenmedicijn tegen zwerende wonden dus.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga