Wipneusgitje, klompvoetje en grote grijze bladloper: bijna helft Nederlandse zweefvliegen bedreigd
EIS Kenniscentrum InsectenZomerelfje, bergplatvoetje, groot gevlekt roetneusje: vrolijke namen voor prachtige zweefvliegen. Minder vrolijkmakend is de vaststelling dat dit drie van de dertig soorten zijn die inmiddels uit Nederland verdwenen zijn. Vele tientallen andere bedreigde soorten staan op het punt om de verdwenen soorten achterna te gaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Friese bijvlieg, het ringpootroetneusje en de korte platbek. In totaal hebben 146 zweefvliegensoorten een min of meer bedreigde status. Dat is 46 procent van de soorten die beschouwd zijn voor de Rode Lijst.
Deze sombere cijfers zijn berekend door EIS Kenniscentrum Insecten in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen (pdf: 4,1 MB). Dit rapport is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Gelijktijdig met het Basisrapport voor de Rode Lijst publiceert EIS Kenniscentrum Insecten ook een nieuwe Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen (pdf: 13,7 MB).
Wat zijn zweefvliegen?
Zweefvliegen zijn de helikoptertjes onder de vliegen: ze kunnen met hun razendsnelle vleugels stilstaan in de lucht, pijlsnel wegschieten en zelfs achteruitvliegen. Veel soorten lijken op bijen, hommels of wespen. Net als bijen zijn ze veel op bloemen te vinden en hierdoor zijn het belangrijke bestuivers. Ook de larven van zweefvliegen spelen belangrijke rollen in de natuur: veel soorten zijn bladluiseters, veel andere voeden zich met bacteriën in rottend organisch materiaal en weer andere hebben een plantaardig dieet. Uit Nederland zijn 347 verschillende soorten zweefvliegen bekend.
Wat is een Basisrapport Rode Lijst?
Voor het Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen is gebruikgemaakt van een databestand dat meer dan één miljoen Nederlandse zweefvliegwaarnemingen telt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft rekenmethoden ontwikkeld om met deze data zo goed mogelijk de trends van de verschillende soorten te bepalen. Het jaar 1950 dient hierbij als referentiepunt: de fauna van toen wordt vergeleken met die van nu om vast te stellen hoe het met de soorten gaat.
Welke zweefvliegen zijn het meest bedreigd?
Zweefvliegen zijn onder te verdelen in groepen op basis van hun ecologische eigenschappen. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar hun leefgebied (bossoorten, graslandsoorten, enzovoort) of naar de voedingsgewoonten van de larven (planteneters, bladluiseters, enzovoort). Het blijkt echter weinig uit te maken op welke manier je de soorten indeelt: met alle soortgroepen gaat het ongeveer even slecht. Wel valt op dat specialisten van, ofwel natte, ofwel droge gebieden vaker bedreigd zijn dan meer generalistische zweefvliegsoorten die zowel in droge als in natte gebieden voorkomen. Ook valt op dat er relatief weinig bedreigde soorten voorkomen in stedelijk en agrarisch gebied. Dit betekent niet dat het daar goed gaat met zweefvliegen, maar dat bedreigde soorten daar niets te zoeken hebben.
Hoe komt het?
Het basisrapport benoemt vier hoofdoorzaken van de achteruitgang van de Nederlandse zweefvliegendiversiteit: 1. intensivering van landschapsgebruik en landbouw, 2. eutrofiëring en verzuring door te hoge stikstofdepositie, 3. klimaatverandering en 4. pesticiden. Omdat deze oorzaken relevant zijn op een landelijke schaal, zijn ook maatregelen op landelijke schaal nodig. Daarnaast kunnen regionale en lokale maatregelen, bijvoorbeeld op het terrein van hydrologie, een beetje helpen de trend te keren. Met de huidige uitgangssituatie zijn de kansen op het stuiten van de achtergang van zweefvliegen in natuurgebieden het grootst en in landbouwgebieden het kleinst.
Hoe verder?
Naast het aanpakken van de oorzaken van de achteruitgang is het belangrijk om de ontwikkelingen in de zweefvliegenfauna te blijven volgen. Hoewel het aantal waarnemingen van zweefvliegen in recente jaren explosief is gestegen, is het grootste deel hiervan afkomstig van leken. Deze waarnemingen brengen beperkingen met zich mee bij het gebruik in trendanalyses. Die beperkingen maken het lastig om voor zowel zweefvliegen als bijen de doelstellingen van de Nationale Bijenstrategie te kunnen toetsen. Het Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen doet daarom enkele concrete aanbevelingen om de kwaliteit van verspreidingsgegevens van zweefvliegen te verbeteren.
Verspreidingsatlas
De Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen verschijnt gelijktijdig met het basisrapport. Dit is de eerste keer dat er verspreidingskaartjes van alle Nederlandse zweefvliegen worden gepubliceerd sinds in 2009 het boek 'De Nederlandse zweefvliegen' verscheen. Op de kaartjes zijn verschillende symbolen gebruikt voor verschillende perioden sinds het jaar 1900, zodat ontwikkelingen in de verspreiding van de soorten goed te volgen zijn. In veel gevallen illustreren deze kaartjes helaas ook de achteruitgang van de Nederlandse zweefvliegenfauna.
Meer informatie
- Het Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen (pdf: 4,1 MB).
- De Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen (pdf: 13,7 MB).
Tekst: Menno Reemer; John Smit; Theo Zeegers
Beeld: Menno Reemer; EIS Kenniscentrum Insecten