Hekjes helpen jonge mosseltjes
NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der ZeeBiobouwers
Mosselen zijn zogenoemde ‘biobouwers’. In grote schelpenbanken zetten de mosselen de omgeving naar hun hand. Zo maken ze het niet alleen hun soortgenoten makkelijker om zich te vestigen, maar helpen ze ook andere dieren aan een veilige plek op de zeebodem. Bovendien houden mosselbanken slib en zand vast en remmen ze de energie van de golven bij stormen. “Om die reden zijn er heel veel initiatieven om verdwenen mosselbanken weer te herstellen”, weet Schotanus. “Maar dat valt vaak nog niet mee!”
Ruige omstandigheden
Eén van de problemen bij het herstel van mosselbanken is het type mossel, legt Schotanus uit. “In het verleden zijn daarvoor vaak volwassen mosselen gebruikt, die niet gewend waren om droog te vallen. Maar als je die ineens probeert zich te laten verstigen op een droogvallende wadplaat, waar ze ook nog eens veel meer weerstand van golven te verduren krijgen, dan blijken ze daar niet meer aan te kunnen wennen. Uit experimenten die we met heel kleine mosseltjes, het zogenoemde mosselzaad, hebben gedaan, blijkt dat die nog wél flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan de ruigere omstandigheden op een droogvallende plaat.”
Vliegende start
In een volgend experiment keek Schotanus hoe zij de mosselen het beste een vliegende start kon geven op een kale zandplaat aan de oevers van de Oosterschelde. Ze experimenteerde met golfbrekers, met gaas om gulzige krabben weg te houden en met kokosmatten om te helpen bij het hechten aan de bodem. “Al deze methoden werken tot op zekere hoogte wel, maar zijn ook erg arbeidsintensief. Relatief simpele hekjes die luwte creëren en mosselbroed en -zaad kunnen opvangen, leken in die zin nog het meest efficiënt.”
Onwennige vogels
Een van de redenen om mosselbanken te herstellen, is het stimuleren van de biodiversiteit. Daarom keek Schotanus met hulp van camera's ook hoe vogels als wulp en scholekster omgaan met die vreemde hekjes op de droogvallende bodem. "Ze blijken er na enige tijd goed aan te kunnen wennen”, zag de onderzoekster. “Meeuwen vonden de grotere hoeveelheden schelpdieren bij de hekjes sowieso heel snel. Scholeksters hadden enige tijd nodig en ook wulpen ontdekten pas na verloop van tijd dat er ook veel kleine krabbetjes bij de hekjes zaten, wat favoriet voedsel is voor deze vogels.”
Positieve interacties
De belangrijkste les uit haar onderzoek, stelt Schotanus, is dat je bij het herstel van mosselbanken gebruik moet maken van de nuttige interacties tussen de schelpdieren zelf. “Mosselen vinden kracht en veiligheid in de grote aantallen. Al onze hulpmiddelen hebben zo hun nadelen, dus hoe simpeler we het kunnen maken, hoe beter.”
Meer informatie
- Jildou Schotanus verdedigde op maandag 5 februari haar proefschrift Restoring mussel beds on highly dynamic mudflats aan de Rijksuniversiteit in Groningen.
Tekst: NIOZ
Foto's: Edwin Paree (leadfoto: veldexperiment in de Oosterschelde); Jildou Schotanus