Natuurjournaal 17 december 2023

Voor de geelgors moet je naar het oosten van het land, zowel in de zomer als in de winter. Ze houden van halfopen landschappen. Wel wat bomen, maar niet te veel. Nu zoeken ze elkaars gezelschap op, deze wintergroepen bestaan vaak uit enkele tientallen en soms uit honderd vogels. Dat laatste alleen op plekken met veel voedsel: akkers waar nog graan te vinden is. Vroeger waren die er veel, nu vinden de geelgorzen die nog in Zuid-Limburg waar ze voor de korenwolf zijn aangelegd. Geelgorzen zoeken hun voedsel op de grond – behalve graan ook boomzaden –, maar ze zitten ook vaak in een hoge boom bij elkaar.

Sommige planten verdwijnen in de winter helemaal en lopen in het nieuwe groeiseizoen pas weer uit. Andere soorten houden wel blad, look-zonder-look bijvoorbeeld. Wanneer ze bloeit is het een hoge plant met een rechte stengel, maar nu zie je alleen een laag bladrozet. De bladeren zijn niervormig en nogal rond, terwijl ze in de zomer veel puntiger zijn. Let maar eens op of je het ergens ziet staan. Dat is dan een goede plek om in het voorjaar vlinders te zoeken, want look-zonder-look is waardplant van onder andere oranjetipje en andere witjes.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto’s: Mart Herreberg, Waarneming.nl; Rutger Barendse, Saxifraga