Ecologisch maaien zorgt voor meer biodiversiteit. Door minder vaak en niet alles tegelijk te maaien, ontstaan plekken met lang en kort gras en bloeit er altijd wel wat. Dieren vinden er zo voedsel en beschutting. Het maaisel wordt bovendien afgevoerd, en daarmee maak je de bodem armer aan voedingsstoffen: dat noemen we verschraling. Dat biedt kansen voor meer en bijzondere soorten bloemen. Bermen zijn overal, ze vormen met elkaar een heel netwerk door het landschap, en dat levert een enorm leefgebied op voor insecten en bloemen.
Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG) organiseerde vier jaar lang het Leernetwerk Ecologisch Bermbeheer, én de bijbehorende verkiezing. De gemeente Arnhem - met al meer dan dertig jaar ecologisch bermbeheer - won in november deze Beste Bermbokaal. De gemeente Bronckhorst - in 2022 officieel met het nieuwe beheer begonnen - kreeg de Aanmoedigingsprijs. Wat kunnen we van hen leren?
Les 1: Resultaat kun je heel snel halen
Anders maaien, wanneer pluk je dan de vruchten? Bendiks Westerink (SLG): “Verschralen wordt altijd gezien als de heilige graal, maar het duurt jaren. Dat betekent niet dat je in de tussentijd geen resultaat hebt. Het gaat zelfs al heel snel. Er ontstaat direct een toename van het aantal soorten grassen. Belangrijker nog is de afwisseling tussen plekken die wel en niet gemaaid zijn: daarvan profiteren soorten meteen.”
Les 2: Lang investeren? Het resultaat groeit!
"Het begon dertig jaar geleden met een paar ecologisch beheerde bermen, nu maait Arnhem een oppervlakte van meer dan 350 voetbalvelden op ecologische wijze. Ook probeert de gemeente groen op allerlei manieren steeds meer de stad in te trekken", zegt Vivienne van Sante van de gemeente Arnhem. “Waar de bloemen in de berm staan, gonst het. Die bijen, krekels en vlinders trekken vanzelf vogels en vleermuizen aan. In Arnhem-Zuid zwemt de bever rond en we hebben zelfs slechtvalken in de kerktoren van de Eusebiuskerk. De natuur komt in Arnhem echt heel dichtbij!”
Les 3: Ecologisch maaien is niet duurder, wel anders
"Ecologisch bermbeheer is niet per se duurder", zegt Westerink (SLG). “Je bent in het begin misschien duurder uit omdat je anders moet werken, omdat er misschien nieuwe machines nodig zijn. Ook het afvoeren van maaisel kost geld. Daar staat tegenover dat er minder gemaaid hoeft te worden.”
Het is dan wel essentieel dat opdrachtgever en aannemer flexibel zijn, weten ze in Bronckhorst. Gerard Scheper: “Ik zit nu veel meer tijd in het veld. Het kaartmateriaal hebben we gelukkig digitaal goed op orde. Alles wat ik zie, zet ik voor de aannemer meteen op kaart. Maar dat is niet heilig, je hebt ook kennis en kunde van de machinist nodig. Als de machinist iets ziet dat mooi bloeit, of juist de ongewenste Japanse duizendknoop tegenkomt, moet hij weten hoe daarop in te spelen.”
Les 4: Bewoners meenemen is essentieel
Bewoners moeten vaak even wennen aan het nieuwe beeld bij ecologisch maaibeheer. Betrokken burgers zijn nog wel eens geneigd zelf de maaimachine ter hand te nemen. Akkerbouwers zijn bang voor onkruiden in hun percelen. In gesprek gaan en blijven is dus heel belangrijk.
Tegelijkertijd wordt een groeiende groep burgers heel enthousiast van ecologisch bermbeheer. Die burgerbetrokkenheid kan zich dan snel verdiepen. Scheper (gemeente Bronckhorst): “We hadden ergens het maaibeheer aangepast van twee naar één keer maaien. Toen belde er iemand: de wespenorchis bloeit hier niet meer! Wij wisten helemaal niet dat de wespenorchis daar groeide en hebben het beheer weer bijgesteld. Het is geweldig als burgers je op die manier attenderen.”
De gemeente Arnhem vraagt burgers zelfs om actief mee te denken over waar we ons beheer nog kunnen aanpassen. Van Sante: “Dat lukt bijna altijd. Daarna gaan we ook vaak met inwoners kijken welke soorten tevoorschijn komen. Als bewoners dat willen, helpen we ze een handje. Dat zorgt voor nog meer betrokkenheid. Je doet het voor klimaat en biodiversiteit, maar zeker ook voor die betrokkenheid. Super, wat wil je als gemeente nog meer?”
Les 5: Leg je oor bij een ander te luister
Binnen gemeenten is een schat aan ervaring aanwezig. Zelf helemaal het wiel uitvinden hoeft dus niet. Michel Ratering (Bronckhorst): “Doen we het goed, kan het beter? Dankzij het leernetwerk hebben we er ook weer een heel netwerk bij. Als we een vraag deelden in het netwerk kregen we zo dertien, veertien antwoorden terug. Dan heb je heel wat informatie om te bekijken wat voor ons dan de beste manier is.”
Van Sante (Arnhem): “Het leuke is dat je ziet dat we met heel veel gemeenten voor eenzelfde soort opdracht staan. Je leert van elkaar. Samen leveren we een belangrijke bijdrage aan biodiversiteit in de provincie: al die beheerders samen hebben namelijk heel veel bermen!”
Meer informatie
- Kijk op de website van Stichting Landschapsbeheer Gelderland of neem contact op met Bendiks Westerink.
Tekst: Provincie Gelderland, met dank aan: Bendiks Westerink (projectleider namens SLG), projectleider Michel Ratering, toezichthouder openbare ruimte Gerard Scheper (beide gemeente Bronckhorst) en Vivienne van Sante (stadsdeelmanager wijkonderhoud, gemeente Arnhem)
Beeld: Vivienne van Sante, gemeente Arnhem; Gerard Scheper, gemeente Bronckhorst