Biodiversiteit in beken en rivieren wil maar niet verbeteren
Wageningen Environmental Research, Wageningen University & ResearchDe studie is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Meer dan 60 onderzoekers uit 22 verschillende landen laten zien dat de soortenrijkdom van ongewervelde dieren in beken en rivieren tot 2010 is toegenomen. Deze toename geeft het herstel van de slechte waterkwaliteit in de vorige eeuw weer.
In de jaren 1950-1960 was de waterkwaliteit in veel beken en rivieren erg slecht, vooral door de onbehandelde lozing van huishoudelijk en industrieel afvalwater. Door de bouw van afvalwaterzuiveringsinstallaties zien we vanaf de jaren 80 verbeteringen in de waterkwaliteit en toename van de biodiversiteit. Daarnaast heeft de invoering van de Europese Kaderichtlijn Water (KRW) in 2000 een impuls gegeven aan het uitvoeren van herstelmaatregelen ten behoeve van de ecologie.
De biodiversiteit is echter in het laatste decennium niet meer veranderd. Volledig herstel van de biodiversiteit is hiermee niet bereikt en het doel van de KRW, een goede ecologische waterkwaliteit, blijft zo buiten bereik.
Trendanalyses ongewervelde dieren in Nederlandse beken
Deze bevindingen sluiten aan bij eerdere trendanalyses van ongewervelde dieren in Nederlandse beken, uitgevoerd als onderdeel van de Kennis Impuls Waterkwaliteit (KIWK). Hierbij is ook gekeken naar de mogelijke oorzaken van de veranderingen in de tijd waarbij gebruik gemaakt is van de milieu-indicatiewaarden van de Nederlandse macrofaunasoorten.
Het onderzoek laat een toename in soorten met een voorkeur voor weinig organisch belaste (oligosaprobe) omstandigheden zien. Dit komt overeen met de periode waarin de bouw en verbetering van afvalwaterzuiveringsinstallaties sterk heeft bijgedragen aan het verlagen van de organische belasting en het verbeteren van de zuurstofhuishouding.
Voor de waarden van de milieu-indicaties voor stroming, een gedempte watertemperatuur en weinig toxische belasting was het beeld veel minder rooskleurig. Dit duidt op zowel nog aanwezige stressoren, zoals beekkanalisatie en het ontbreken van beschaduwing, naast recente toenames van de milieustress door bijvoorbeeld de invloed van opkomende verontreinigende stoffen, intensiever gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met daaroverheen de sluier van klimaatverandering.
Extra maatregelen nodig
Het uitblijven van verder herstel wijst erop dat de recent genomen maatregelen onvoldoende opleveren. Gezien de aanhoudende en nieuwe drukken op zoetwaterecosystemen, pleiten de onderzoekers voor extra maatregelen. Inspanningen zijn nodig om te voorkomen dat afvalwaterzuiveringsinstallaties doorstromen tijdens hevige regenval en om vervuilende stoffen effectiever uit zoetwatersystemen te verwijderen.
Daarnaast pleit het onderzoeksteam voor herstel van zoetwaterecosystemen door de gedempte hydrologische dynamiek te herstellen (minder droogval en overstromingen), de oevermorfologie en -begroeiing terug te brengen, het inspoelen van meststoffen en pesticiden uit landbouwgrond sterk te verminderen, door beken en rivieren en dalen en uiterwaarden beter met elkaar te verbinden, en door onze riviersystemen aan te passen aan toekomstige klimatologische omstandigheden. Om deze extra maatregelen te laten werken moeten ze op een grote ruimtelijke schaal worden toegepast. Dat wil zeggen: op de schaal van het stroomgebied van de beken en rivieren.
Tekst: Gea van der Lee, Ralf Verdonschot en Piet Verdonschot
Foto's: Willem van Kruijsbergen, Saxifraga (stroom in België, Luik, Plombières); Ralf Verdonschot; Piet Verdonschot