Het eind van de zomer is de tijd dat het hart van paddenstoelenliefhebbers sneller gaat kloppen: veel opvallende groepen paddenstoelen die samenleven met bomen verschijnen nu: de ectomycorrhizasoorten. Amanieten, boleten, russula’s en melkzwammen komen – mits het voldoende geregend heeft – in groten getale boven de grond. Vooral in wegbermen, parken en lanen. De zwavelmelkzwam is daar een van. Zwavelmelkzwam is een mooie en goed herkenbare paddenstoel met opvallende warm vleeskleurig oranje tot oranjebruine tinten. De hoed is meer of minder gezoneerd, met een donkere zonering op een flets gelig oranje achtergrond. De steel is bleker, met ten hoogste een bleek oranje tint en vaak met oranje vlekjes. De lamellen zijn bleek geeloranje tot vleeskleurig. Melkzwammen scheiden een melkachtige vloeistof af als je ze beschadigt. De melk bij deze soort is eerst wit, maar wordt na blootstelling aan de lucht binnen enkele minuten zwavelgeel. Aan deze zwavelgele kleur heeft de paddenstoel zijn naam te danken.
Zwavelmelkzwam is een strikte symbiont van volgroeide eiken op zandgrond, waar bij voorkeur een klein beetje leem in zit. Hij is niet zeldzaam in duingebieden en op de pleistocene zandgronden. We vinden zwavelmelkzwam tegenwoordig hoofdzakelijk in lanen, parken en wegbermen. Dat kunnen lanen in bosgebieden zijn, maar je kunt ze ook in stedelijk gebied tegenkomen. Een halve eeuw geleden groeiden ze nog samen met andere, nu vaak zeldzame soorten, in schrale eiken-berkenbossen met weinig strooisel. Eiken-berkenbos is in Nederland veelvuldig aanwezig, maar de strooisellaag in de bossen op de zandgronden is vaak zo dik geworden dat veel paddenstoelen die in symbiose met bomen leven daar niet meer kunnen groeien, zie dit eerder verschenen Natuurbericht. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de bomen, die met een onbalans van voedingsstoffen te maken krijgen. De paddenstoelen zijn uitgeweken naar plekken met minder strooisel. In lanen, parken en wegbermen wordt actief of door de wind strooisel en begroeiing verwijderd en hier hebben deze soorten als het ware een refugium gevonden.
Zwavelmelkzwam is een van de vier soorten die aangewezen zijn als typische soort voor het habitattype 'oude eikenbossen op zandgrond', samen met hanenkam, regenboogrussula en smakelijke russula. De soort is opgenomen in het meetnet bospaddenstoelen van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt al 25 jaar lang gemonitord in bossen en lanen. Hierdoor weten we dat zwavelmelkzwam, een soort die gevoelig is voor stikstof, vanaf 1994 eerst is toegenomen na een flinke daling vanaf de jaren zestig tot de jaren negentig, en sinds ongeveer 2010 een stabiele trend heeft. Dit komt doordat de hoeveelheden stikstof sinds de jaren zestig eerst toenamen, er vanaf de jaren negentig een daling inzette, en deze daling de afgelopen tien jaar tot stilstand is gekomen. De trend van veel stiksofgevoelige paddenstoelen volgt deze ontwikkeling heel snel.
Meedoen
- Wil je zelf een bijdrage leveren aan het onderzoek naar het verband tussen paddenstoelen en veranderingen in milieu en klimaat dan kun je meedoen met het meetnet bospaddenstoelen. Alle informatie hierover vind je op de website van de NMV.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Inge Somhorst en Alfons Vaessen, Nederlandse Mycologische Vereniging en SoortenNL
Foto's: Henk Pras; Henk Huijser
Kaartje: NDFF