Natuurjournaal 19 juli 2023

Eind juli is de piek in de vliegtijd van de kanaaljuffer. Dit blauwe juffertje is te vinden in Zuidoost-Nederland bij diepe plassen en rustig stromende delen van kanalen en rivieren. Ook moeten er veel waterplanten in het water zijn. Daartussen leeft de larve namelijk, en nu sluipen er veel uit. De waterjuffers vliegen vaak in een rechte lijn over het water en strijken dan neer op een waterplant, nét boven het wateroppervlak. Jammer dat ze zo vaak ver weg midden op het water zitten. Van dichtbij zou je namelijk de diepblauwe ogen van de mannetjes kunnen bewonderen.

In de zomer worden jonge vogels groot. Ze zijn al wel volgroeid, maar nog niet helemaal volwassen. Als je erop let, zie je ze overal. In de tuin de koolmeesjes met een net iets valer jasje dan hun ouders. In de polder de uit de kluiten gewassen ‘lelijke eendjes’ van zwanen en ganzen. In de stad de puberende spreeuwen in een dofbruin pak. Sommige krijgen na de eerste rui al hun ‘volwassen jasje’, andere zijn nog langer te herkennen als opgeschoten jeugd. Bij de zilvermeeuw duurt dat notoir lang. Bij elke rui worden ze iets minder bruinig gevlekt en iets meer zilver. Na zeven keer ruien, over drie jaar, krijgen ze in de herfst hun eerste echte volwassen kleed. Dan hebben ze helemaal zilvergrijze vleugels met een zwarte-witte punt.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Mark Zekhuis, Saxifraga; Willem van Kruijsbergen, Saxifraga