Vlinders kijken op vakantie
De VlinderstichtingIn Zuid-Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië zijn veel meer soorten vlinders dan in Nederland. Hebben we het in ons land over zo’n zeventig dagvlinders (dit is inclusief de inmiddels verdwenen soorten); in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië gaat het om ruim 250 soorten. De herkenning van al die soorten is natuurlijk niet eenvoudig. Tientallen blauwtjes, dikkopjes, erebia’s en parelmoervlinders zijn voor de echte vlinderwaarnemers een uitdaging, maar als gewone vakantievlinderaar geniet je gewoon van de talrijkheid, de kleuren en het gedrag. Er zijn ook algemene soorten die niet te missen zijn en die je wel makkelijk op naam kunt brengen.
Twee echte vakantiesoorten zijn koninginnenpage en koningspage. De afgelopen dertig jaar is de koninginnenpage ook in ons land steeds meer te zien, maar in Zuid-Europa is de trefkans nog groter. De koningspage komt (nog) niet voor in Nederland, maar is in het zuiden een algemene vlinder die je op allerlei plaatsen kunt tegenkomen, ook onder het genot van een drankje vanaf je terrasje aan de Middellandse zee. Het verschil tussen deze twee hoogheden is niet zo moeilijk. De Koninginnenpage is donkerder geel en heeft donkere vlekken op de vleugels en twee relatief korte staartjes. De Koningspage is lichter geel (en de Spaanse zelfs bijna wit) en over de vleugels lopen zwarte lengtestrepen. De staartjes zijn een stuk langer dan die van de koningin. De vlucht van de koningspage is fladderiger dan van koninginnenpage, die een krachtiger slag heeft. Vaak zie je beide soorten op heuveltoppen, waar ze naartoe gaan om een partner te vinden.
Voor wie echt de bergen in trekt, is de apollovlinder een vrijwel zekere begeleider. Deze grote witte vlinder heeft zwarte vlekjes en opvallende rode, witgekernde ogen op de vleugels. De schubjes op de vleugels van apollovlinder laten vrij snel los en vaak wordt deze daardoor wat transparant. Ook apollovlinders hebben een aparte manier van vliegen. Ze zweven langs de berghellingen met af en toe een vleugelslag. Als ze schrikken of haast hebben kunnen ze natuurlijk ook wel ‘echt’ vliegen. De apollovlinder is erg wijd verbreid en komt in een groot deel van de wereld voor. Deze soort is erg goed onderzocht en er zijn veel verschillende vormen van beschreven. In de Alpen komt naast gewone apollovlinder, nog een andere soort voor: de kleine apollovlinder. Deze is inderdaad iets kleiner, maar ook witter en hij heeft een klein rood vlekje aan de bovenrand van de vleugel.
Kwartiertelling op vakantie
Van veel gebieden in het buitenland zijn er veel minder gegevens beschikbaar over het voorkomen van vlinders dan hier in Nederland. Ons kleine landje telt vele duizenden waarnemers die alle vlinders die ze tegenkomen doorgeven op de invoerportalen. Het zou erg fijn zijn als die waarnemers ook de vlinders die ze in het buitenland tegenkomen doorgeven. Dat kan als ‘losse waarneming’, via Telmee of Observado, maar voor mensen die hun soorten een beetje kennen is het nog veel waardevoller om kwartiertellingen te doen. Met zo'n telling weten we precies waar is geteld en hoe lang, en we weten ook dat soorten die niet zijn doorgegeven ook niet zijn gezien. Deze zogenaamde nulwaarnemingen zijn ook heel waardevol. Kwartiertellingen kun je in heel Europa doen via de app ButterflyCount. Hier te downloaden voor Android en voor iOs.
We wensen iedereen die op vakantie gaat veel vlinders toe. Maar ook de thuisblijvers kunnen de komende weken in ons land veel vlinders te zien krijgen. Ook zij kunnen die via kwartiertellingen doorgeven.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting