Natuurjournaal 2 juni 2023

Karre-karre-karre, kiet kiet kiet! Met een beetje verbeelding hoor je de kleine karekiet zijn eigen naam zingen in het riet. Maar vaak is het een onduidelijker gebrabbel, met fluittonen en rasperige kwetters. Karekieten zijn echte rietbewoners. Het liefst in grote rietmoerassen, waar ze in kolonies kunnen broeden. Maar ook in een klein rietkraagje langs een sloot zit vaak wel een karekiet te zingen. Ze beginnen nu met broeden, in een nest geweven tussen de stengels. De koekoek houdt ze in de gaten: een groot deel van de koekoeksvrouwen legt haar ei in het nest van de kleine karekiet.

In juni begint de vliegtijd van de metaalglanslibel, en tot augustus kun je deze bling-bling-libel zien. Ze lijkt op de donkergroene smaragdlibel, maar de metaalglanslibel is groener én glimmender. Als ze net zijn uitgeslopen, hebben de jonge libellen nog dofbruine ogen. Later kleuren die ook glinsterend groen. Ze komen voor in Oost-Nederland en hebben een voorkeur voor vrij grote en diepe wateren. Bijvoorbeeld grote plassen, kanalen en grotere beken. Meestal met bomen in de buurt, en het water moet niet te hard stromen.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Luuk Vermeer, Saxifraga; Willem-Jan Hoeffnagel, Saxifraga
Geluid: Herwin Mulder, xeno-canto