Natuurjournaal 19 mei 2023

Wie dit weekend in de natuur kampeert en geen vaste slaper is, kan meeluisteren met de nachtwereld. Daar is in het voorjaar van alles te horen. Baltsen gebeurt in het donker minder met uiterlijk vertoon maar wel met het volume vol open. Bijvoorbeeld de nachtzwaluw – geen zwaluw, wel nachtbraker – waarvan de mannen vooral in mei en juni te horen zijn. Ze maken een ratelend geluid dat soms van toonhoogte verandert. Dat zet hij nog extra kracht bij door met zijn vleugels te klapperen. Heeft hij een vrouw versierd, dan legt zij een of twee eieren. Gewoon op de grond, een nest kan je het niet noemen. Zij zit op de eieren, maar begint soms een tweede legsel. In dat geval neemt man nachtzwaluw het eerste nest over. Nachtzwaluwen kun je vooral horen op heidegebieden en zandige gebieden op de Veluwe en in Brabant. Ook komen ze – in minder grote aantallen – voor in Overijssel, Drenthe, Limburg en de duinen.

De nachtzwaluw is niet de enige met zo’n aparte nachtelijke sonate. Laatst hadden we het al over de veenmol, en de rugstreeppad is al net zo’n herrieschopper. In dit filmpje zijn deze verschillende nachtelijke ratelaars te horen. Rugstreeppadden komen algemeen voor in de duinen, de rivierengebieden en in grote delen van Zeeland, Holland en de Noordoostpolder. De voortplanting gebeurt in het water, maar het zijn geen goede zwemmers. Ze zoeken ondiepe plassen uit, waar ze ergens op de bodem kunnen zitten en alsnog hun kop boven water kunnen houden. Deze watertjes zitten dan in juni helemaal vol met kikkervisjes. Het voordeel is dat het water snel opwarmt en er geen roofzuchtige vissen leven, maar ze kunnen wel snel opdrogen. Daarom ontwikkelen de piepkleine rugstreepkikkervisjes zich supersnel, in zes tot acht weken van ei tot pad.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga; Edo van Uchelen, Saxifraga