Bijna 140.000 mensen tellen meer dan 2 miljoen vogels
Vogelbescherming NederlandVogelbescherming Nederland is verheugd over het grote aantal deelnemers aan de Nationale Tuinvogeltelling. De hoge aantallen tellers tijdens de lockdown – toen iedereen gedwongen thuis zat – zijn dit jaar weliswaar niet gehaald, maar het aantal tellers is aanzienlijk hoger dan de jaren vóór corona. Een teken dat vogels kijken steeds populairder wordt en mensen steeds meer begaan zijn met de vogels in hun tuin, als belangrijke exponent van de natuur dicht bij huis.
Top 3
Net als bij de andere edities staat de huismus op nummer één in de ranglijst van meest getelde vogels. De huismus leeft in groepen en steekt qua aantal met kop en schouders boven de rest uit. De huismus is echter niet de soort die in de meeste tuinen is gezien. Dat is de koolmees, op nummer 2. Nummer 3 is de pimpelmees, gevolgd door de merel en de vink. Deze top 5 is vrijwel gelijk aan die van januari 2022. Ook de roodborst is ook in heel veel tuinen gezien, in veel meer tuinen dan de huismus en is in die zin wijd verbreid. Roodborsten zijn echter strikt solitair levende vogels met een eigen territorium, waardoor er meestal maar één roodborst per tuin wordt gezien.
Groenlingen in vrije val
Dit jaar was Vogelbescherming extra benieuwd naar de groenling, een vinkachtige die graag zaden eet op voedertafels, vooral zonnebloempitten. In 2008 zagen tellers nog in ruim een kwart van de tuinen groenlingen, nu in slechts 5 procent. Ook het aantal groenlingen per tuin nam behoorlijk af: van 4,5 naar minder dan 3 exemplaren. De gegevens ondersteunen de resultaten van de recent verschenen Stadsvogelbalans, waaruit ook al blijkt dat de groenling het in het stedelijk gebied bijzonder slecht doet. De Stadsvogelbalans is gebaseerd op een kwalitatief hoogstaand meetnet van Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Een oorzaak voor de afname van de groenling is vermoedelijk de afname van groenvoorzieningen met struweel en struiken in tuinen, waar ze graag in broeden. Maar ook de ziekte ‘geel’, een parasitaire infectieziekte die via de voedertafels wordt verspreid, speelt een rol. Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland gaan de oorzaken verder onderzoeken. In de tussentijd adviseert Vogelbescherming om de tuinen te vergroenen: vervang tegels door gazons en borders en schuttingen door hagen, goed voor veel meer leven in je tuin. En als je voert, maak dan de voedertafel of -silo één keer in de week goed schoon met heet water.
Dalers en stijgers
Andere soorten die een langjarige achteruitgang van de aantallen tot en met 2023 laten zien, zijn Turkse tortel, staartmees, ringmus en spreeuw. De merel nam tot 2019 af, maar laat sindsdien nog steeds geen duidelijk herstel zien. Ekster en kauw blijven redelijk stabiel de laatste jaren in de Tuinvogeltelling. Daarentegen worden de grote bonte specht en de halsbandparkiet steeds vaker opgemerkt in tuinen.
De top 10 van de Nationale Tuinvogeltelling 2023:
- Huismus: 412.509
- Koolmees: 258.553
- Pimpelmees: 168.973
- Merel: 149.420
- Vink: 128.976
- Kauw: 126.821
- Turkse Tortel: 91.663
- Ekster: 87.956
- Houtduif: 87.249
- Roodborst: 83.385
Kijk voor meer resultaten (bijvoorbeeld bij u in de buurt of per provincie) op www.tuinvogeltelling.nl.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Pixabay; Martin Hierck