Natuurjournaal 9 januari 2023

Soms kom je iets tegen in de natuur, waarvan je nou echt niet zo kan raden wat het is. Deze kleine oranje, slijmerige bolletjes bijvoorbeeld. Heeft een langslopend hert hier misschien heel hard geniest? Of zijn het eitjes van een of ander beest? De slijmerigheid zegt het al: het is een slijmzwam, in dit geval het troskalknetje. Slijmzwammen lijken paddenstoelen, maar zijn het niet. Eigenlijk zie je een kolonie van eencellige organismen. Sommige soorten bewegen ook! Het troskalknetje is een leuke soort om nu te zoeken, ze komen veel voor in deze tijd en groeien op dood hout. De oranje bolletjes zijn de onrijpe vruchtlichamen, die later grijs worden.

De bosspitsmuis zul je nu niet tegenkomen, want hij leeft in de winter onder de grond. Tussen het losse bladafval en in gangetjes – van zichzelf of andere muizensoorten – is hij de hele tijd druk op zoek naar eten. Dat moet ook wel: ze verbruiken zoveel energie dat ze na drie uur zonder eten dood neervallen! Met een scherpe neus vindt hij kevers, wormen, spinnen, slakken en andere bodemdieren. Soortgenoten worden verjaagd, of gedood en opgegeten. Ondanks de naam komen bosspitsmuizen niet alleen in bossen voor, maar overal met een dichte plantengroei op de bodem. Vooral in West-Nederland, want ze houden niet van zandgrond.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Björn S., Wikimedia Commons; Simone van Velzen, Saxifraga