Wereldwijd zijn er vele wetenschappelijke studies uitgevoerd om te bepalen wat de monetaire waarde van de natuur is. Het World Economic Forum rekende voor dat meer dan de helft van de wereldwijde economie afhankelijk is van de ecosysteemdiensten die de natuur levert. Ondanks deze inzichten, wordt de impact op natuur en de waarde van de ecosysteemdiensten die de natuur levert, nog niet of nauwelijks meegenomen bij het bepalen of een investering verstandig is. Ook het beschermen en verbeteren van natuur wordt vaak uitsluitend als een kostenpost gezien. Dat de samenleving vaak juist profiteert van meer natuur, is onzichtbaar en een blinde vlek in besluitvorming. Dit gebrek aan inzicht is mede oorzaak van de dramatische achteruitgang van de natuur.
Make Nature Count
Recent kwam de Ecosystem Services Valuation Database (ESVD) online. Met de ESVD, ontwikkeld door de Stichting voor Duurzame Ontwikkeling, kun je voor alle ecosystemen en ecosysteemdiensten over de hele wereld opzoeken wat de monetaire waarde is. Hiermee wordt het mogelijk om inzicht te krijgen in de waardevermindering of -vermeerdering als gevolg van investeringen die leiden tot veranderingen in landgebruik. In recent gepubliceerde rapport 'Make Nature Count' hebben onderzoekers deze gegevens toegepast op vier (natuur)investeringsprojecten van ASN Bank in Nederland, Madagaskar, Paraguay en Nicaragua. Het rapport is deze week op de COP15 van het Biodiversiteitsverdrag aangeboden aan minister Van der Wal.
Grote monetaire waarde van ecosysteemdiensten per hectare per jaar
Het onderzoek laat zien dat de ecosysteemdiensten die door een investering in natuurherstel worden geleverd, een substantiële economische waarde voor onze samenleving vertegenwoordigen. Door bijvoorbeeld herbebossing van 40 hectare landbouwgrond bij natuurgebied De Geelders in Noord-Brabant, verlies je weliswaar de landbouwopbrengsten van zo’n 2300 dollar per hectare per jaar, maar win je op den duur zo’n 2200 dollar per hectare per jaar aan ‘regulatiediensten’ door het verbeteren van luchtkwaliteit en klimaatregulatie, 2500 dollar per hectare per jaar aan ‘habitatdiensten’ en 575 dollar per hectare per jaar aan ‘culturele diensten’ zoals recreatie en toerisme. Aangezien van een deel van de ecosysteemdiensten nog geen of onvoldoende schattingen bekend zijn, ligt de totale monetaire waarde van natuur waarschijnlijk nog hoger.
Inzicht in natuurgerelateerde risico’s stimuleert natuurherstel
In 2020 becijferde de Nederlandse Bank in het rapport ‘Indebted to Nature’ dat 510 miljard euro aan Nederlandse investeringen afhankelijk is van één of meer ecosysteemdiensten. Bij de financiële sector neemt het bewustzijn toe dat ze via hun investeringen een steeds groter risico lopen door biodiversiteitsverlies en dat natuurherstel juist financiële kansen oplevert. 'Make Nature Count' laat zien hoe de monetaire waarde van ecosysteemdiensten in risicobeoordelingen gebruikt kan worden. Hierbij gaat het om fysieke risico’s (zoals het verlies van opbrengst), transitierisico’s (bijvoorbeeld veranderend beleid zoals stikstofmaatregelen), reputatierisico’s, andere vraag vanuit de samenleving en systeemrisico’s. Het rapport zoomt tevens in op de ‘LEAP-methodologie’ van de Taskforce on Nature Related Financial Disclosures (TNFD). LEAP staat voor Locate (interface with nature), Evaluate (dependencies & impact), Assess (material risk & opportunities) en Prepare (to respond and report). Het rapport laat zien dat het monetariseren van ecosysteemdiensten op allerlei manieren kan helpen om de LEAP-methodologie goed toe te passen. Ten slotte laat het rapport zien dat informatie in risicobeoordelingen over ecosysteemdiensten en over de monetaire waarde niet alleen voor financiële instellingen en bedrijven van belang is, maar voor de hele samenleving.
Gezonde economie niet zonder gezonde natuur
Alle vier de cases laten een positief effect zien van natuurherstel op het aantal ecosysteemdiensten dat geleverd wordt. Belangrijk om hierbij te realiseren is dat de meeste economische voordelen (nog) niet in de markt worden erkend en beloond of beprijsd, behalve carbon credits. Regulerende- en habitatdiensten zijn nog grotendeels onzichtbaar in ons huidige economische systeem, waardoor ze op het moment geen (monetaire) waarde hebben in besluitvorming. Door deze waarde wél mee te nemen, kunnen verdienmodellen worden ontwikkeld waarmee natuurherstel en duurzaam landgebruik loont. Zowel voor de lokale landeigenaar, de investeerder, de overheid en de bredere samenleving. We moeten af van het idee dat economie en natuur elkaars tegenpolen zijn. Een gezonde economie bestaat niet zonder een gezonde natuur.
Tekst: Vince van ’t Hoff, Mieke Siebers, Arnold van Vliet en Dolf de Groot, Foundation for Sustainable Development; Wijnand Broer, CREM; Roel Nozeman, ASN Bank
Foto's: Harrie Voets, Saxifraga; ASN Bank; Zazamalala Foundation