Landgoederenzone Baakse Beek klimaatrobuust dankzij herstel natuurlijk watersysteem
Provincie Gelderland“’t Medler is van oudsher heel nat”, zegt rentmeester Eelco Schurer. “Dat zie je aan de structuur van de sloten en aan de rabatbossen, waar de bomen op dijkjes groeien. Dieper in de Achterhoek lag vroeger een veen dat werkte als een spons. Zo was altijd water beschikbaar. Dat veen is ontgonnen voor de landbouw. Daardoor is de Baakse Beek helemaal verdroogd. Het is nu een regenwater-gevoede beek die het water, ten gunste van de landbouw, ook meteen afvoert.”
Klimaat als verbindend thema
Dat dat voor steeds meer problemen zorgt, hebben landgoedeigenaren al jaren in de smiezen: bomen leggen het loodje en grachten staan regelmatig droog. Sinds 2014 zitten provincie Gelderland, waterschap Rijn & IJssel en de gemeente Bronckhorst samen met de eigenaren om de tafel om na te denken over perspectief. Het is essentieel dat een groot aantal landgoedeigenaren meedoet, vinden provincie en waterschap: op de droge zandgronden hebben maatregelen pas zin als deze in een groot gebied kunnen worden uitgevoerd. Aan de drie overheden de belangrijke taak actief mee te denken om het ook mogelijk te maken en de kansen die zich voordoen optimaal te benutten.
‘Klimaat’ bleek voor alle partijen een verbindend thema. Andere thema’s konden hierbij integraal opgepakt worden: natuurdoelen van de provincie, een betere uitgangspositie voor agrariërs en voor landgoedeigenaren. Maar hoe te werk gaan?
Meer knoppen om aan te draaien
Daarover had het waterschap Rijn & IJssel wel een visie, zegt bodemdeskundige en waterarchitect Louis Lansink. “Als je alleen uitgaat van de huidige waterloop dan ben je snel uitgespeeld. Dat is maar een fractie van het totale (grond)watersysteem. Wanneer je een totaaloverzicht maakt van de ruimtelijke (bodem)structuren en grondwaterstromen, én de verschillende cultuurhistorische lagen, heb je ineens een hele batterij knoppen om aan te draaien. Daarom kiezen we hier niet voor beekherstel, maar voor watersysteemherstel.”
Bovendien bouw je een heel robuust watersysteem wanneer je de natuurlijke weg bewandelt en grondwaterstromen weer aan elkaar weet te verbinden, vervolgt Lansink. “Daarbij herstellen we de relatie met bodem en geologie volledig. Een hele andere benadering dan wanneer de focus alleen ligt op de huidige watergang, dan ga je uit van het maakbare.”
Set aan maatregelen brengt geschiedenis in kaart
Lansink had eerder al ervaring opgedaan met deze werkwijze. Eerst pakt hij de hoogtekaarten (AHN) erbij. Daarmee is van alles te ontrafelen: hoe in het verleden het water liep, wat de relatie is tot cultuurhistorische lagen en waarom die lagen zijn aangelegd.
Als hij een aardig beeld heeft van de werking van het oorspronkelijke watersysteem, gaat Lansink het veld in om data te verzamelen. Die data onderbouwen een ontwerp en nemen onduidelijkheden weg. Lansink boort bodemprofielen tot 1.80 meter diep. Bodemprofielen laten je terugkijken in de tijd en vertellen welke processen hebben plaatsgevonden, denk aan veenvorming, kleiafzettingen, erosie en fluctuaties van grondwater.
Zijn alle puzzelstukjes gelegd, dan maakt Lansink een hydrologisch perspectief: een nieuw watersysteem gebaseerd op zijn analyses. Daarbij schat hij in hoe dat watersysteem zal functioneren. Ter bevestiging vraagt hij een hydroloog te modelleren: wat gaat het water kwantitatief doen als we het watersysteem op een natuurlijke manier herstellen? Zo ligt er een goed onderbouwd plan.
Niet achter het bureau: kloppend maken voor de eigenaar
En dan moet het voor de landgoederen nog kloppen. Louisa Remesal, omgevingsmanager namens het waterschap: “We zijn niet achter ons bureau blijven zitten. We organiseren elk jaar één of twee bijeenkomsten. Niet in een zaaltje maar op één van de landgoederen, met een stukje rondleiding erbij. De groep wordt steeds groter. De landgoedeigenaren kennen elkaar wel, maar zaten ook erg op hun eigen eiland. Tijdens zo’n rondleiding ontstaat verbinding. Mensen kunnen met eigen ogen zien wat de plannen betekenen. Je ontdekt dat het ene landgoed dan ook een goede buur wil zijn van het andere, en dat ze graag constructief willen meewerken.”
Iedereen profiteert: boer en natuur
Ook de betrokken agrariërs kregen bezoek. Eén voor één. Rentmeester Schurer: “Als het watersysteem leidend is, dan wordt het grondgebruik dus volgend. Met de landbouw hebben we heel zorgvuldig gekeken. Waar wordt het heel nat? Daar maken we natuurgrond. De boeren hebben hogere gronden teruggekregen. Als het in de lage gebieden natter wordt, zullen die verdroogde hogere gronden ook profiteren. Dus boeren gaan er uiteindelijk op vooruit. Daardoor konden we ze mee krijgen.”
In totaal krijgt ’t Medler er dertig hectare nieuwe, hoofdzakelijk natte landnatuur bij, van bos en vochtige hooilanden tot kruiden- en faunarijk grasland. Ook de bestaande natuur profiteert optimaal van de ontwikkelingen. “En omdat de locatie leidend is en we optimaal gebruikmaken van de natuurlijke potenties, hoeven we er helemaal niet veel aan te doen.”
Resultaat: meer ruimte voor water en langer vasthouden
Aan het plan hoefden uiteindelijk weinig concessies te worden gedaan: één pachter wilde geen hoger waterpeil, maar dat had geen wezenlijke gevolgen. Op ‘t Medler wordt nu een oude, ondiepe slenk blootgelegd, een eindje voorbij de Baakse Beek. Overvloedig regenwater kan daar in de breedte uitstromen en langzaam de grond inzakken, precies zoals vroeger. Het grondwaterpeil wordt in het voorjaar dertig centimeter hoger. De functie van de Baakse Beek wordt minimaal. Een mooi voorbeeld van het klimaatrobuuste watersysteem. Omgevingsmanager Remesal: “Dit project gaat niet alleen over verdroging: er zullen ook periodes komen waarin er in korte tijd te veel water valt. Hier maken we ruimte voor te veel water én houden we het beter vast. Zo’n veerkrachtig systeem is een oplossing voor beide kanten.”
Omdat iedereen erin gelooft
In totaal worden zes landgoederen één voor één aangepakt. Meer landgoederen hebben al belangstelling getoond. Het succes? Bodemdeskundige Lansink: “Je hebt bij dit soort projecten mensen nodig die hun nek uit durven steken. Die tegen de stroom in durven te denken en te doen. Het is gelukt omdat het team elkaar is blijven vasthouden. Iedereen zag het zitten.” Het blijft altijd spannend hoe het water straks zal stromen, maar Lansink is vol vertrouwen. “In mei was ik op landgoed Wildenborch, daar zijn de eerste plannen al uitgevoerd. Wat is dit mooi, dacht ik, en ik betrapte mezelf erop dat ik daar met een brede grijns op mijn gezicht rondliep.”
Tekst: provincie Gelderland
Beeld: waterschap Rijn & IJssel