Natuurjournaal 22 november 2022

De dag van de steenloper wordt bepaald door het getij. Bij eb zijn ze druk in de weer, op zoek naar voedsel. Tussen stenen of basaltblokken van dijken, kijken ze in alle hoeken. Kleine waterbeestjes, slakken, visjes en krabbetjes, lusten ze graag. Op een grote krab pikken ze net zo lang in tot hij een hapklaar formaat heeft! Ondanks hun naam, zitten ze niet alleen op steen. Ook stranden, slikken en schorren zoeken ze af. Alle plukjes zeewier en schelpen draaien ze om, wie weet wat eronder verstopt zit. Wordt het weer hoog water, dan trekken ze zich terug op een hoger stuk dijk. Ook steigers zijn geliefd. In grote groepen zitten ze te slapen, tot het tij weer keert. Luid roepend vliegen ze dan een voor een weer op.

De uitgebloeide bloemen van distels zijn favoriet bij putters en andere zaadeters. Distelvinken, zo worden putters ook wel genoemd. Behendig hangen ze aan de stekelige bloemknoppen. Speerdistels herken je in de zomer aan de paarse tot rode bloemen, en het bloemhoofdje dat onderin breed is en bovenin heel smal. Akkerdistels hebben lila of lichtpaarse bloemen. Maar ja, nu zijn ze uitgebloeid en worden de zaden met hun pluizige parapluutje losgelaten. Speerdistels die dit jaar gekiemd zijn, hebben nog niet gebloeid. Het zijn nu grote bladrozetten, tot wel een meter in doorsnee. Als het niet te hard vriest, groeien ze volgend jaar de hoogte in en raken in bloei.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Jan van der Straaten, Saxifraga; Ivar Leidus, Wikimedia Commons