Natuur op de stoep: bezemkruiskruid
Hortus botanicus LeidenSommige planten weten niet van ophouden, ze lijken het hele jaar door te bloeien. In de herfst en de winter zijn hun bloemen nog steeds te zien. Pas als het echt gaat vriezen, stoppen ze met bloeien. Onder de stoepplanten zijn genoeg voorbeelden van deze doorbloeiers te vinden.
Als je nu een bossige plant ziet met bloemen die wat op margrieten lijken, maar dan helemaal geel en een slag kleiner, is het vast bezemkruiskruid. Pas bij vorst stopt hij ermee. In zachte winters blijven er altijd nog wel een paar planten bloeien.
Zou die lang doorgaande bloei komen doordat de plant oorspronkelijk uit Zuid-Afrika komt? Hij bloeit daar van de vroege lente tot in de zomer. Dan is het bij ons vroege herfst tot in de winter.
Van woltransport per schip via trein en snelweg de stad in
Bezemkruiskruid is een zogenaamde neofyt en waarschijnlijk een woladventief. Dit betekent niets anders dan dat de plant hier oorspronkelijk niet groeide en de zaden onopzettelijk met wol aangevoerd zijn uit andere streken.
Rond 1900 zijn in Europa de eerste planten aangetroffen bij een wolverwerkingsbedrijf in België. Pas na veertig jaar, in het begin van de tweede wereldoorlog, zijn vanuit België, waarschijnlijk via de Maas, zaden in Zuid-Limburg aangekomen die ook tot planten uitgroeiden. Die planten brachten ook weer zaad voort en toen is Nederland geleidelijk via en langs de spoorwegen gekoloniseerd. Vervolgens kwamen de snelwegen aan de beurt. Op verspreidingskaarten van bezemkruiskruid was het spoorweg- en snelwegnetwerk duidelijk herkenbaar. De treinreiziger en automobilist zagen gele linten van bloemen vanuit het raam.
Vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw is het tempo van de kolonisatie hoger geworden en komt bezemkruiskruid op steeds meer plekken voor, zeker ook in stedelijk gebied.
Zonaanbidder
Je kan zien dat deze plant tegen droogte moet kunnen. Door zijn smalle blaadjes heeft hij weinig bladoppervlakte en dus weinig verdamping van water. Niet zichtbaar is dat hij een heel stevig en uitgebreid wortelstelsel bezit, gunstig voor de wateropname. Als er dan toch nog te weinig water voorhanden is, kan de plant afsterven tot op het vaak verhoute onderste deel van de stengel en vandaaruit bij gunstiger omstandigheden weer uitgroeien.
Ga het niet zelf uitproberen, maar als je dat wortelstelsel uit de grond trekt, kan je er met wat fantasie een ouderwetse bezem in zien. Zo kwam de plant aan zijn naam. Net zoals in Zuid-Afrika, zijn zonovergoten, kale en stenige plekken ook bij ons favoriet. In de stad zijn die ruimschoots voorhanden. Langs muren, rond straatmeubilair, tussen niet betreden stenen zoals op vluchtheuvels, rotondes, hij vindt er een plek.
Probleem of niet?
De meningen hierover zijn verdeeld, maar inheemse planten lijkt hij in Nederland (nog?) niet te verdringen. Vooral daar waar niets groeide, bijvoorbeeld omdat het te zilt is door strooizout, of waar de mens kale plekken bij maaien of wieden heeft gemaakt, komt hij op.
In onze buurlanden ziet men hem wel als een invasieve soort, vooral in hoger gelegen natuurgebieden, waar hij inheemse planten lijkt te verdringen.
Hoe dan ook zijn laat vliegende insecten blij met de nectar en het stuifmeel dat bezemkruiskruid levert als er nog maar weinig andere bloemen over zijn. En ik ben blij met al die gele zonnetjes in de donkere dagen voor Kerstmis. Ziet u bezemkruiskruid, meld het aan voor het Stoepplantjesonderzoek!
Tekst: Ton Gordijn, Hortus botanicus Leiden
Foto's: KU Leuven; André Biemans
Tekening: Anita Walsmit Sachs