Natuurjournaal 6 januari 2022

In de buurt van eikenbomen kan je op de grond, of langs de stam, de resten vinden van oude nesten van de eikenprocessierups. Het zijn vieze, donkerbruine restanten die niet veel meer weg hebben van een insectennest. Een deel van het spinsel is nog wel te herkennen, maar dan ben je al te dichtbij. Want denk niet dat deze nesten geen gevaar meer zouden kunnen vormen. In die oude nesten zitten nog altijd tienduizenden brandharen van de processierupsen. Hoewel de rupsen nu weg zijn, kunnen die haren nog jaren actief zijn! Het verdient dus aanbeveling om de oude nesten met rust te laten en ook de hond ervan weg te houden. Mochten ze in de weg liggen, waarschuw dan een gespecialiseerd bestrijdingsbedrijf.

Nu veel bomen hun bladeren verliezen, vallen in de bomen die nog wél in blad blijven bepaalde zaken op. Dat geldt onder andere voor de hulst. Deze boom heeft harde, dikke bladeren met scherpe punten. Je zou niet direct verwachten dat dieren iets aan deze boom hebben. Niets is minder waar: in tijden van nood zullen bijvoorbeeld reeën de bladeren eten. Een verschijnsel dat je altijd wel aan kan treffen en dat juist nu wellicht wat meer opvalt, zijn de bruingele vlekken, vaak midden op de donkergroene bladeren met de hoofdnerf als middelpunt. Deze vlekken, ook blaasmijnen genoemd, worden veroorzaakt door de larve (een rupsje) van de hulstvlieg. Deze larve is een mineerder, die in dit geval een heel plaatselijk holletje graaft in het blad. Daar overwintert de larve om in het voorjaar uit te vliegen. De boom zelf heeft geen last van al dat gegraaf.

Tekst en foto's: Mike Hirschler, IVN