Effect van warme of koude winter op eikenprocessierups
Kenniscentrum EikenprocessierupsDe winter verloopt tot nu toe zeer warm. December was met een gemiddelde temperatuur van 5,8 °C tegen 3,7 °C normaal, zeer zacht. Januari koerst aan op een gemiddelde temperatuur van 5,4 °C wat, in vergelijking met de 3,1 °C die we tegenwoordig normaal beschouwen, ook heel zacht is. Aan de vele bloeiende planten is te zien dat de natuur op die hoge temperaturen reageert. We hebben al veel vragen gehad over wat de hoge temperaturen voor de eikenprocessierups betekenen. Komen ze vroeg of laat uit het ei? Resulteert de warme winter in veel, of juist weinig eikenprocessierupsen?
Eikenprocessierups vroeger uit ei?
Eikenprocessierupsen gaan als ei de winter door. De rupsjes liggen in feite al maanden - vanaf augustus/september - klaar in hun ei, wachtend op de komst van het voorjaar. Als je de eitjes nu open zou maken, kruipen ze er gewoon uit. De afgelopen 16 jaar kwamen de eerste eikenprocessierupsen gemiddeld op 8 april uit het ei. Uit een nieuwe analyse blijkt dat de uitkomstdatum over het algemeen niet zo heel veel beïnvloed wordt door de januaritemperatuur. De temperatuur in maart, en in mindere mate de temperatuur in februari, blijkt het meest bepalend voor de uitkomstdatum. Hoe hoger de temperatuur in deze maanden, hoe vroeger de uitkomstdatum. Het vroegste jaar tot nu toe was 2014. De eerste rupsen werden toen al op 31 maart aangetroffen.
Sneller voedsel beschikbaar bij hogere temperaturen
De eikenprocessierupsjes gaan, nadat ze uit het ei kruipen, direct in processies op zoek naar voedsel. Aangezien bladeren bij ei-uitkomst nog niet aanwezig zijn, vreten de eerste generaties van de knoppen. De fenologische waarnemingen in het kader van De Natuurkalender laten zien dat de eerste eikenbomen de afgelopen 16 jaar gemiddeld rond 21 april in blad kwamen. Er kan een behoorlijke spreiding zitten tussen de uitloopdatum van individuele bomen. Het moment van bladontplooiing wordt net als bij het uitkomen van de eikenprocessierupsjes het meest bepaald door de temperatuur in maart en in mindere mate door de februaritemperatuur. De datum van bladontplooiing vervroegt wel sneller bij elke graad temperatuurstijging dan de uitkomstdatum van de eitjes. Het lijkt er daarom op dat hoe hoger de temperatuur is in februari en maart, hoe korter de periode die de eikenprocessierupsen zonder bladeren moeten overbruggen. Eikenprocessierupsen kunnen overigens prima een tijd lang overleven zonder voedsel. Ze zijn gedurende die periode wel kwetsbaarder voor bijvoorbeeld natuurlijke vijanden zoals vogels en roofinsecten. Jaarlijks werden eitjes die in februari binnen zijn uitgekomen in het eikenprocessierupsstation geplaatst om de ontwikkeling te volgen. De jonge rupsen bleken in staat om vol te houden totdat er voedsel beschikbaar was. Zodra de eiken uitliepen, werden ze weer actief en hun ontwikkeling liep gelijk aan de ontwikkeling van de rupsen die in april waren uitgekomen.
Eitjes en rupsen overleven de diepvries
Eén van de redenen voor de toename van het aantal eikenprocessierupsen in Nederland is zeer waarschijnlijk de stijgende temperatuur. We horen dan ook regelmatig dat mensen denken dat een koude winter goed zou zijn om het aantal rupsen te verminderen. Dat gaat echter niet op. De hoogte van de temperatuur in de winter heeft waarschijnlijk niet veel invloed op het aantal rupsen dat je later in het jaar kunt verwachten. In ieder geval hebben we eerder al vastgesteld dat zowel de eitjes als jonge rupsjes twee weken invriezen bij -22 °C gewoon overleven.
Eikenprocessierupsen en eitjes kunnen twee weken vriezer overleven (Bron: Silvia Hellingman)
Vooral hoge temperaturen in de maanden april tot en met juli (rupsperiode) en augustus en september (vlinderperiode) lijken bevorderlijk voor het succes van de eikenprocessierups. Ondanks alle discussie over verhoogde temperaturen in de winter en de mogelijke consequenties daarvan voor de verdere ontwikkeling van de eikenprocessierups later in het seizoen laat dit onverlet dat dit nu de tijd is voor gemeenten om erover na te denken hoe men een eventuele overlast van de eikenprocessierups gaat aanpakken.
Meer informatie
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Arnold van Vliet, Wichertje Bron en Hidde Hofhuis, De Natuurkalender, Wageningen University; Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henry Kuppen, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto's: Henry Kuppen en Silvia Hellinman
Film: Silvia Hellingman