Wintervogels in beeld
Sovon Vogelonderzoek NederlandDe tellingen worden uitgevoerd voor zowel overwinteraars uit Noord- en Oost-Europa (Kramsvogel, Keep) als Nederlandse standvogels (Groene Specht, Huismus). Een aantal soorten is behoorlijk in aantal aan het dalen, maar er zijn er ook die het de afgelopen milde winters best behaaglijk vonden.
Fietsrondje voor de wetenschap
Ondanks of misschien wel dankzij de coronamaatregelen maakten meer dan 754 deelnemers vorig jaar een fietsrondje voor de wetenschap. Al deze vogelaars samen telden op bijna 700 routes alle vogels. Elke route bestaat uit twintig vaste telpunten. Bij elk punt worden vijf minuten lang alle vogels geteld die te zien of te horen zijn. Met de inspanning van alle tellers kan Sovon een inschatting maken van de aantalsontwikkeling en verspreiding van onze – vaak talrijke - wintervogels.
Talrijke vogels of toch niet
Van veel soorten hebben we de indruk dat ze altijd talrijk of algemeen zijn, maar bij enkele soorten zien we een structurele afname die geleidelijk verloopt. Vogelsoorten als kauw, zwarte kraai en wilde eend nemen al jaren langzaam in aantallen af. Wat hiervan de oorzaak is, is nog niet duidelijk. Bij de houtduif, turkse tortel en groenling is de afname van recentere datum, maar begint inmiddels ernstige vormen aan te nemen.
Soorten die oostelijk van ons land broeden, zoals de wilde zwaan, ruigpootbuizerd en roek nemen ook in aantal af, maar bij hen lijkt het erop dat ze minder ver naar het westen trekken en Nederland vaak niet meer bereiken. Oostelijk van ons land valt, dankzij mildere winters, steeds minder sneeuw zodat voedsel mogelijk makkelijker beschikbaar is.
Zicht op schaarsere soorten
Hoe meer routes geteld worden, hoe beter we ook trends kunnen bepalen voor de schaarsere soorten, zoals bijvoorbeeld de middelste bonte specht. Deze soort is de afgelopen jaren tijdens de winterperiode fors in aantallen toegenomen, mede door een groeiende broedvogelpopulatie. Ook de roodborsttapuit is zowel als broedvogel als wintervogel behoorlijk toegenomen de laatste jaren. Mogelijk spelen ook hier de milde winters van de afgelopen jaren een rol.
De waterral en de grote gele kwikstaart hebben ook kunnen profiteren van de afgelopen milde winters. Een koudere winter of koude periode treft deze soorten vaak snel en dat zien we terug in een flinke daling van de aantallen in het jaar daarop. Het is dan ook de vraag of we in de komende telling de strenge vorst van februari 2021 terug kunnen zien.
De kneu is een vreemde eend in het rijtje. De afgelopen vijf jaar laat deze soort een opvallende toename zien, terwijl hij vanaf de jaren negentig in een diep dal zat. Zou er in de winter meer voedsel voor de kneu te vinden zijn in onze agrarische gebieden? De slechtvalk, grote zilverreiger en halsbandparkiet staan niet meer in het rijtje van de stijgers. De aantallen van deze soorten lijken te stabiliseren.
Tel mee met PTT
Wil je meehelpen om dit soort interessante verschuivingen in kaart te brengen? Dan kun je deze winter al starten met een PTT-route. Door het hele land zijn er routes die je kunt kiezen en claimen. Je hoeft je alleen maar aan te melden als waarnemer voor Sovon. Daarna kun je je opgeven voor een PTT-route bij jou in de buurt. Met een telling ben je vier tot vijf uur bezig op één dag in de periode van 15 december tot 1 januari. Instructies en handleiding kun je vinden op de website van Sovon.
Tekst: Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Harvey van Diek