Nieuw aan het advies is dat ICES aangeeft dat ook het uitzetten van jonge paling (glasaal) moet stoppen omdat deze maatregel géén bewezen bijdrage levert aan herstel.
Duiding ICES advies
Wetenschappers, verbonden aan ICES, brengen elk najaar de kennis over paling in beeld en geven hiermee advies aan de Europese Commissie. Op basis van dit advies baseren Europese lidstaten wetgeving en maatregelen. Jeroen Van Wichelen, als onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO, Brussel): "De hoop was dat de licht positieve trend in de glasaalintrekdata die vanaf 2012 zichtbaar is, zich door zou zetten. Helaas is daar geen sprake van. Eigenlijk blijft de situatie stabiel slecht, daarbinnen is er een fluctuatie van minimale percentages zichtbaar. Er is geen enkele basis om te spreken van herstel".
ICES adviseert daarom opnieuw om aalsterfte door menselijke activiteiten (inclusief visserij en barrières zoals waterkrachtcentrales en gemalen) tot nul te reduceren om de paling te laten herstellen. Een deel van de hoop in het versnellen van het herstel van het palingbestand, lag in het uitzetten van glasaal in Europese rivieren. Ook Nederland verstrekt subsidies voor een uitzetprogramma voor jonge paling. Helaas geeft ICES dit jaar in haar advies aan dat deze uitzetprogramma’s schadelijk zijn voor het bestand. Omdat er extra glasaal gevist wordt voor het uitzetten, terwijl er geen bewijs is dat dit een goede bijdrage levert. Ook zou er geen wilde glasaal gevangen mogen worden voor de kweek van paling. Het is voor het eerst dat ICES zich hierin zo uitspreekt in haar advies.
Belang van goede intrek
De paling die we in Nederland kennen plant zich voort in de Sargassozee, ergens in de Bermuda driehoek 6000 kilometer hier vandaan. De palinglarfjes komen met de warme golfstroom helemaal terug naar Europa en Noord-Afrika waar zij als ‘glasaal’ de binnenwateren intrekken om daar op te groeien.
Om te zien hoe het met de palingpopulatie gaat, wordt er in Europees verband gekeken hoeveel glasaal er jaarlijks binnentrekt. Dat is een belangrijke graadmeter van succesvolle voortplanting en geeft de sterkte van de nieuwe generatie paling aan. Ter vergelijking, de aantallen die de afgelopen twintig jaar langs de Noordzee worden waargenomen, zijn minimaal en liggen in de orde van een half tot drie procent ten opzichte van vijftig jaar geleden. Dit beeld is ook nu niet veranderd. De Europese toestand van de paling wordt dan ook als kritiek beschouwd en de status op de IUCN rode lijst is ‘Critically Endangered’.
Alle handen op elkaar voor de paling
Op allerlei manieren zijn organisaties en lidstaten bezig om de paling te helpen. Al sinds 2007 zijn er in 17 EU lidstaten aalbeheerplannen afgesproken met maatregelen voor herstel. Het Nederlands aalbeheerplan heeft een lijst aan maatregelingen waaronder een gesloten visseizoen op aal en het oplossen van migratieknelpunten bij sluizen, gemalen en andere kunstwerken. De Nederlandse vissers zetten paling over de dijk; ICES ondersteunt deze actie in haar advies. Milieuorganisaties zoals Good Fish en het Wereld Natuur Fonds adviseren om geen paling te eten. Grote supermarktketens kiezen er al jaren voor om geen paling te verkopen. RAVON doet onderzoek naar de intrek van glasaal en werkt aan de verbetering van migratie en het leefgebied.
Ondanks alle inspanningen is er blijkbaar nog meer nodig om de paling te redden. Volgens Good Fish en RAVON moeten alle handen op elkaar om het herstel te bevorderen: van de palingsector tot waterbeheerders en van dataverzameling tot verbetering van leefgebieden.
Tekst: RAVON en GoodFish
Foto's: Jelger Herder & Sanne Ploegaert, RAVON