Hoe krijg je (veel) nachtvlinders te zien?
De VlinderstichtingEr zijn meer dan 2000 soorten nachtvlinders in ons land en toch krijg je er maar weinig te zien. Soms vliegt er eentje binnen als de ramen openstaan en het licht aan is, maar verder zijn ze veelal onzichtbaar. De meeste soorten verschuilen zich overdag en komen pas tevoorschijn als de avond valt en het donker wordt. Dan verdwijnen wij juist vaak naar binnen en in het donker zijn ze natuurlijk sowieso nauwelijks te zien. Om te onderzoeken welke nachtvlinders waar voorkomen en zeker ook om te achterhalen hoe het met ze gaat, moet je dus trucjes uithalen. Er zijn een aantal methoden om nachtvlinders te zien te krijgen. Ook zonder veel hulpmiddelen kun je er al wat te zien krijgen door bloeiende planten in de gaten te houden. Op zwoele zomeravonden kun je op de vlinderstruik bijvoorbeeld huismoeders en andere uilen aantreffen. Een andere voedselbron is rottend fruit. Als er ergens valfruit ligt, dan kom je daar als het donker is nachtvlinders tegen. Zeker als het fruit al wat begint te gisten. Je kunt dat rottende fruit imiteren door te gaan stropen. Hiervoor smeer je een zoete stroop met veel suiker en wat alcohol (gisten!) op een boom. Ook daarop komen de nachtvlinders af en kun je ze bekijken en inventariseren.
Een andere bekende en al lang gebruikte methode om nachtvlinders te onderzoeken is met lamp en laken. Een felle lamp hangt voor een wit laken en op dat laken komen, op een goede avond, tientallen en soms zelfs honderden nachtvlinders af. De nachtvlinderaars kunnen deze op naam brengen en zo een beeld krijgen van welke soorten er op en rond die plek aanwezig zijn. Dit ‘lichten’ begint even na zonsondergang en meestal stopt men een paar uur later. De nachtvlinders die op het laken zitten, zullen weer wegvliegen zodra de lamp uit is. Omdat deze methode zo arbeidsintensief is en ook omdat je een deel van de nacht ‘mist’, is er een andere methode met vlindervallen. Dit zijn bakken of emmers met een lamp daarboven en een nauwe spleet waardoor nachtvlinders wel naar binnen gaan, maar er niet gemakkelijk meer uit kunnen komen. In de bakken liggen eierdozen en daar gaan de nachtvlinders in rust. De volgende ochtend kun je de soorten op naam brengen en weer vrijlaten. Dit is een methode die goed gestandaardiseerd is. Omdat de methode steeds hetzelfde is kun je dus wel conclusies trekken over de voor- en achteruitgang van de vlinders.
Komend weekend, op 3 en 4 september, is het Nationale Nachtvlindernacht. Op tientallen plekken kunt u zelf meemaken hoe nachtvlinderonderzoek plaatsvindt en kunt u genieten van de enorme vormen – en kleurenrijkdom bij nachtvlinders.
Meer informatie
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting