Natuurjournaal 14 april 2021

Het paapje is een echte ‘paalzitter’: dit vogeltje bekijkt het liefst zijn omgeving vanaf een hoog uitkijkpunt. Als je nu een paapje op een paal (of in een boom) ziet, is de kans groot dat ergens in de omgeving nóg een paapje is. Hun broedseizoen is namelijk begonnen en die tijd brengen paapjes het liefst samen door. Ze maken het nest op de bodem, in de buurt van een uitkijkpost. Helaas gaat het in Nederland niet goed met deze soort. Hij mist kruidenrijk grasland met veel insecten. Dankzij intensivering van landbouw zijn veel van dit soort gebieden verdwenen. Een goede plek om nu nog paapjes te zien, is het Fochteloërveen. In april en mei trekken ook paapjes onderweg naar Noordwest-Europa door Nederland. Nu is dus de tijd om paapjes te zoeken!

Reebokken krijgen elk najaar een nieuw gewei. Als het nieuwe begint te groeien, valt het oude af. Het nieuwe gewei is in eerste instantie bekleed met een zogenaamde ‘basthuid’. Dit is een fluwelige omkleding van het verse gewei. Maar met het rijpen van het nieuwe gewei in de lente moet die bekleding er af. Het gaat dan loshangen, dat is lastig en het jeukt. Daarom helpen de reebokken zichzelf door het gewei langs jonge boompjes en buigzame takken te wijven en zo de basthuid te verwijderen. Buigzame takken passen mooi tussen de uitsteeksels van het gewei in en dan kan je heerlijk je gewei ‘poetsen’. Dat kost nogal eens een jonge boom of struik. Meestal geeft het echter alleen een flinke beschadiging, zoals op de foto’s te zien is. Als je dit tegenkomt, zijn er reeën in de buurt.

Tekst: Marjolein Mooij, NatureToday.nl & Mike Hirschler, IVN
Foto's: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Mike Hirschler, IVN