“De stikstofcrisis zal ook de nieuwe regering zwaar op de maag liggen”, kopte Trouw op 21 maart. Dat klopt, maar door alleen te denken in termen van stikstof, lopen we het risico om opnieuw miljarden te verspillen aan maatregelen die het uiteindelijke doel – een gunstige staat van instandhouding voor onze soorten en habitats – niet zullen halen. Met het huidige natuurbeleid beheren we de natuur kapot en zolang dat niet verandert, kan elke ontwikkeling succesvol worden aangevochten, ongeacht hoeveel koeien je opkoopt.
Sinds natuur bij het ministerie van LNV is ondergebracht voeren we in Nederland geen natuurbeleid maar natuurvernietigingsbeleid: met drempelwaardes, plafonds en kritische depositiewaarden regelen we tot in de puntjes wat er allemaal kapot gemaakt mag worden, maar natuurherstel doen we in de regel niet, te weinig of verkeerd. Dat trekken populaties niet. In het natuurbeleidsplan uit 1990 wordt een brede visie geschetst met reservaten, verbindingen en zones voor allerlei vormen van nevengebruik, maar onder landbouw werd het een beleid dat op papier stuurde op ‘zo min mogelijk’ en in de praktijk op ‘zelfs dat niet’. Toppunt was Rutte1 die alles schrapte wat niet juridisch hard verplicht was, nog eens 75 procent bezuinigde en de uitvoering verder versnipperde. Dat heeft een diepe put geslagen in ons landschap en die zal eerst gedempt moeten worden, voordat de vergunningverlening weer op gang kan komen. Die put is dieper dan je denkt, want eigenlijk zaten we voor Rutte ook al op de bodem.
We doen slechts de helft…
Bij de aanwijzingen van de Natura 2000-gebieden hebben we gebieden expres klein begrensd en met name voor de boerenlandsoorten hebben we bewust géén gebieden aangewezen. Dat ‘zo min mogelijk’ heeft te maken met druk op de ruimte die in Nederland groot is en met de grondpositie van boeren die politiek altijd gevoelig ligt. Het gevolg is dat de helft van de beschermde soorten en habitats voor een duurzame instandhouding afhankelijk is van gebieden buiten Natura 2000. Op papier zouden we die beschermen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), via agrarisch natuurbeheer en in Rijksbufferzones, maar onder het Ministerie van Landbouw werd de uitvoering vakkundig kapot georganiseerd. Bufferzones werden toch intensief gebruikt, plannen en procedures werden eindeloos vertraagd, verbindingen werden geschrapt en het agrarisch natuurbeheer bleek niet te werken. Daarmee missen we in het beleid niet alleen de soorten en habitats van het landelijk gebied (de helft); de stikstofcrisis en de insectensterfte laten zien dat er binnen de begrensde gebieden niet meer tegenop te beheren valt (zelfs dat niet).
De juridische insteek van het beleid maakt het er niet beter op: we kijken alleen nog naar het ‘verslechteringsverbod’ uit de habitatrichtlijn en doen daardoor nauwelijks iets aan verbeteren. Dat is immers niet hard verplicht. Het verslechteringsverbod is heel simpel: als beschermde soorten en habitats zich in ongunstige staat van instandhouding bevinden, mag je het niet nóg slechter maken. Doe je dat toch, dan moet je dat herstellen. Op papier hebben we allerlei beheermaatregelen waarmee je schade kunt herstellen, maar in de praktijk gebruiken we die vooral als aflaat om stikstofruimte te creëren.
… en zelfs dat niet
Daardoor beheren we veel van onze natuur kapot. Door te intensief plaggen, worden bodems kapot gemaakt; door beken met grote haast te schonen, wordt oevervegetatie vernield en leggen vissen massaal het loodje en door onzorgvuldig maaien, worden veel insecten gedood. Je zou willen dat het incidenten zijn maar wat natuurregels betreft, rijden we in Nederland stelselmatig door rood licht. En omdat we ook niet handhaven, gaat het pas mis als iemand naar de rechter stapt.
Voor beleid dat juridisch duurzaam is, heb je een integrale visie nodig, voor de lange termijn. En beleid dat veel breder is dan de wet, zodat het mogelijk is om de juridische verplichtingen in te bedden in een breed en inclusief beleid waarin je natuur, landschap, gezondheid, recreatie en economische dragers een plaats kunt bieden. Natuur moet inclusief zijn en daarvoor heeft het ruimte nodig. Je moet dan niet sturen op hoeveel je mag vervuilen maar op wat je wilt herstellen. Als je alleen stuurt op stikstof mis je verdroging, vervuiling en pesticiden; grote drukfactoren die elkaar ook nog eens versterken. We komen pas uit de crisis als we leren denken vanuit wat soorten en habitats nodig hebben. Alle soorten. Overal.
Tekst: Sander Turnhout, Radboud Healthy Landscape en SoortenNL en Sander Hunink, NatuurInclusief
Foto’s: Sander Turnhout (leadfoto: glyfosaat is gewoon toegestaan, ook vlak naast een natuurgebied); Geert Kor