Bijzondere brandplekpaddenstoelen in Nationaal Park De Meinweg
Nederlandse Mycologische VerenigingWij zouden daarom willen adviseren, met name op basis van het behoud van biodiversiteit, om de geplande kap van een deel van het gebied tijdelijk uit te stellen om de ontwikkeling van deze paddenstoelen niet te verstoren.
Brandplekpaddenstoelen bestaan uit een groep van ongeveer vijftig soorten paddenstoelen die tot ontwikkeling komen na een brand. Ze behoren tot de meest bedreigde groep paddenstoelen die we in Nederland hebben, 96 procent staat namelijk op de Rode Lijst. Een oorzaak hiervan is onder andere de afname van het verbranden van hout in natuurgebieden. In april 2020 woedde er vier dagen lang een zeer grote natuurbrand in Nationaal Park De Meinweg nabij Herkenbosch (LI). Als gevolg van deze brand werd ongeveer 200 hectare bos en heide verwoest. Begin september troffen enkele leden van de Paddenstoelenstudiegroep Limburg (PSL) tot hun verrassing grote hoeveelheden Oliebolzwammen (Rhizina undulata) aan. Het verbrande naaldbos leek zelfs wel bezaaid met oliebollen! De Oliebolzwam is een karakteristieke, ietwat op oliebollen gelijkende brandplekpaddenstoel. De sporen van deze zwam ontkiemen pas nadat de bodem voldoende opgewarmd is, iets dat gebeurt tijdens een bosbrand. Na het ontkiemen parasiteert de zwamvlok op de wortels van de Grove den (Pinus sylvestris) en ontwikkelt dan zijn vruchtlichamen. Deze vondst nodigde uit tot het uitvoeren van verder onderzoek naar de paddenstoelen in dit verbrande gebied. Hieronder zullen we enkele brandpleksoorten aan u voorstellen die in de afgelopen maanden zijn aangetroffen.
Schijf- en bekerzwammen
Opvallend zijn de verschillende schijf- en bekerzwammen die voorkomen op brandplekken. Sommige zijn zeer klein, zoals het Brandpelsbekertje (Trichophaea abundans), een zwammetje met een doorsnede van enkele millimeters, dat vrij snel na een brand verschijnt en wordt aangetroffen op verkoold hout. Andere soorten zijn iets groter, zoals de Kleine oranje bekerzwam (Aleuria exigua) die we vonden op de verbrande heide. De meest spectaculaire soorten zijn ongetwijfeld de grotere bekerzwammen die in groten getale te vinden waren in het verbrande dennenbos. Voorbeelden zijn de Beroete brandplekbekerzwam (Plicaria endocarpoides), Purperbruine brandplekbekerzwam (Plicaria trachycarpa), Violette Brandplekbekerzwam (Peziza subviolacea) en de Zemelige brandplekbekerzwam (Peziza echinospora).
Plaatjeszwammen en slijmzwammen
De Brandplekbundelzwam (Pholiota highlandensis) was in een groot deel van het verbrande bosgebied te vinden en staat op en nabij verbrande stammen. Ook werden er drie soorten 'melig ruikende' pekzwammetjes aangetroffen. Andere paddenstoelen waren bijvoorbeeld de vrij zeldzame Bosbrandvlamhoed (Gymnopilus odini) en de Brandplekfranjehoed (Psathyrella pennata).
Naast de specifieke brandpleksoorten vonden we ook (korst)zwammen én slijmzwammen die niet specifiek als brandplekpaddenstoelen te boek staan. Een voorbeeld is het zeldzame Olijfkleurig boomkussen (Reticularia olivacea) dat goed opviel, doordat het roze onrijpe stadium (plasmodium) sterk contrasteert met de verbrande dennenstammen waarop het zich bevond.
Op dit moment hebben we gezamenlijk reeds 21 soorten specifieke brandplekpaddenstoelen waargenomen. Het is zeer waarschijnlijk dat er in het komende jaar nog meer soorten gevonden worden, omdat sommige brandplekpaddenstoelen pas na een langere tijd tot ontwikkeling komen. De oorzaak hiervoor is het feit dat de verschillende soorten elkaar in een vast patroon opvolgen (successie). De meeste soorten verschijnen echter binnen een periode van twee jaar na de brand.
Ecosysteem en biodiversiteit
Naar de rol van brandplekpaddenstoelen in het natuurlijk herstel van een ecosysteem na een brand is nog maar weinig onderzoek gedaan. Een vermoedelijk voordeel van deze paddenstoelen is dat de zwamvlok (mycelium) de grond kan vasthouden en zo erosie kan voorkomen. Ook kunnen brandplekpaddenstoelen waarschijnlijk bijdragen aan het opnemen van voedingsstoffen, die later door andere organismen, zoals planten, weer kunnen worden gebruikt om zich in het gebied te vestigen. Met name het verbrande dennenbos op de Waalsberg blijkt zeer soortenrijk. We waren dan ook bezorgd toen we zagen dat een groot deel van de bomen voor kap gemarkeerd waren. Wij vrezen namelijk dat de bosbouwwerkzaamheden schade zullen aanrichten, onder andere aan de bosbodem. Hierdoor zal de ontwikkeling van brandplekpaddenstoelen ernstig verstoord raken en het natuurlijk herstel mogelijk vertraagd zal worden. Daarom willen wij, met name uit het oogpunt van het behoud van biodiversiteit, adviseren om deze kap tijdelijk uit te stellen; met name op en rondom de mycologisch zeer interessante Waalsberg.
Tekst: Mark Smeets, Peter Eenshuistra, John Hannen, Ron Bronckers en Marc Houben, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Nico ploumen (leadfoto: Oliebolzwam); Mark Smeets; Marianne Vos-Jaspers; Peter Eenshuistra