Volg online de jonge Nederlandse zeearenden
Provincie Zuid-HollandIn Nederland verblijven de zeearenden vooral in het Lauwersmeer, Friesland, de Veluwerandmeren, Nationaal park Nieuw Land (Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen), delen van de Veluwe, de Biesbosch en de zoete Delta. Ook delen van Noord-Nederland en het rivierengebied spelen een belangrijke rol voor arenden als verbinding met het achterland tijdens de omzwervingen in hun eerste levensfase tot vestigen als broedvogel. In dat achterland vallen met name een aantal Duitse gebieden op die door de gezenderde dieren veel worden bezocht.
Kleurringen en zenders
Sinds 2010 nemen zeearenden als broedvogel in Nederland toe. Op basis van ringonderzoek blijkt dat een deel van de broedpopulatie van Duitse origine is en dat er sprake is van uitwisseling tussen Nederlandse en Duitse broedgebieden. Een belangrijke vraag is of Nederlandse broedvogels een stabiele populatie kunnen vormen, waarbij broedvogels als bron kunnen dienen voor vestigingen in nieuwe broedgebieden. Daarbij is het belangrijk te weten of onze populatie voldoende groeimogelijkheden heeft en of vogels niet teveel worden gelimiteerd door onnatuurlijke sterfte. Problemen met illegale afschot, vergiftiging en aanvaringen in het verkeer liggen nog steeds op de loer. Daarnaast is er nieuw risico ontstaan in de vorm van het groeiende aantal windparken. Om meer te weten te komen over de bewegingen en overleving na het uitvliegen, worden sinds 2007 zoveel mogelijk jongen uitgerust met kleurringen. In de periode 2019 tot 2021 volgen we bovendien een aantal jongen met een GPS-zender. In 2019 en 2020 zijn elf nestjonge dieren met zo’n GPS-GSM logger uitgerust, waarvan één in Noord-Nederland, zes in de regio Flevoland, één in Gelderland en drie in de Biesbosch en zoete Delta. Ook in Duitsland lopen soortgelijke studies, zodat we meer te weten kunnen komen over uitwisseling van individuen tussen populaties.
Overleving
Van alle dieren die in Nederland zijn gezenderd, is er tot dusver nog geen gestorven. De zender van één van de vogels uit 2019 stuurde vanaf eind mei 2020 geen data meer tijdens verblijf in Duitsland. Afgaande op waarnemingen in de Oostvaardersplassen leeft de vogel waarschijnlijk nog wel, en dat betekent dat de zender defect is. De andere drie tweedekalenderjaarvogels zwerven rond, momenteel onder andere in de zoete Delta, de Oostvaardersplassen en Duitse gebieden waaronder rivierengebieden in het stroomdal van de Elbe en de Rijn. De zeven gezenderde jongen uit 2020 zijn alle deze zomer uitgevlogen. In de regio Flevoland pendelt een aantal van deze vogels regelmatig tussen de Veluwerandmeren en Nationaal Park Nieuw Land (Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen) waarbij ze grote Flevolandse windparken passeren. Op basis van gedetailleerde GPS-gegevens van vogels die windparken doorkruisen wordt aan het einde van de studie bepaald in hoeverre er risicovolle situaties bestaan van aanvaringen met de rotoren van de turbines. Dan weten we ook of er sterfte is geweest door aanvaringen met een rotor. De zenders verzamelen veel gegevens van vlieggedrag in windparken uit Flevoland en de zoete Delta (onder andere Haringvliet en Volkerakmeer). Daarnaast worden zoveel mogelijk gegevens verzameld van andere Nederlandse en Duitse windparken.
Vliegbewegingen, corridors en verblijfgebieden
De vier jongen uit 2019 gebruikten in het eerste jaar zonder uitzondering een deel van Noordwest-Europa, waarbij buiten Nederland vooral gebieden in Noord-Duitsland werden bezocht. Belangrijke verblijfregio’s waren onder andere de estuaria van de Eems-Dollard, de Weser en de Elbe en een deel van het stroomgebied van de Elbe tussen Hamburg en Rathenow in Brandenburg, de Weser en de Rijn. De vliegbewegingen van het pendelen tussen Nederland en Duitsland liepen vooral door Noord-Nederland. Vanaf de zomer van 2020 kwamen de vogels tijdelijk terug naar Nederland waarbij ze onder meer de Oostvaardersplassen en het Lauwersmeer bezochten. Binnen Nederland was nadrukkelijk sprake van pendelen tussen gebieden in de regio Flevoland (Nieuw Land en randmeren) en de Delta (Biesbosch, Volkerak en Haringvliet) waarbij meestal door het Hollandse en Utrechtse veenweidegebied werd genavigeerd (zie rode posities in kaart).
De zeven gezenderde jongen (van zes verschillende nesten) uit 2020 vlogen afgelopen zomer uit en maakten al diverse uitstapjes buiten het broedgebied. Hierbij kwamen twee vogels uit de regio Flevoland veel in de Oostvaardersplassen. Dat gebied oefende voor het tweede jaar ook grote aantrekkingskracht uit op andere jonge vogels. Daarnaast bezochten een Flevolandse en een Gelderse vogel regelmatig de Veluwe (zie blauwe gebieden in kaart). De jongen uit 2020 zullen de komende maanden grotere omzwervingen maken.
Meer informatie
De werkzaamheden worden uitgevoerd door de Werkgroep Zeearend Nederland in samenwerking met Wageningen Environmental Research. Het project wordt mogelijk gemaakt door de provincies Flevoland, Zeeland en Zuid-Holland en door het Prins Bernhardfonds.
Tekst: Stef van Rijn & Dirk van Straalen, Werkgroep Zeearend Nederland
Foto's: Ingrit Raven (leadfoto: zeearend met zender in de Oostvaardersplassen, 12 juli 2020); Tjibbe Hunink