Natuurjournaal 8 oktober 2020

De huisspitsmuis heeft een lange voortplantingstijd, die van februari tot november duurt. Rond deze tijd van het jaar hebben ze hun laatste nestje. Het zijn solitaire dieren, maar als de jongen veertien dagen oud zijn, gaan ze mee naar buiten met hun moeder. Hierbij houden de jongen zich aan hun moeder en aan elkaar vast bij het lopen. Dit wordt, passend genoeg, ook wel karavaangedrag genoemd. De jongen worden drie weken gezoogd. Na drie maanden zijn de jongen geslachtsrijp, dus de laatste jongen van dit jaar kunnen volgend jaar direct met de voortplantingstijd meedoen.

Gisteren schreven we al over de wilde zwaan die Nederland in de winter op komt zoeken, maar wist je dat er nóg een Europese zwaan is? Ook de kleine zwaan is in de winter in Nederland te zien. Deze soort lijkt sterk op de wilde zwaan, maar is, zoals de naam doet vermoeden, een stuk kleiner. Als de twee soorten niet toevallig naast elkaar zitten in het veld, kan je de kleine zwaan herkennen aan de snavel: deze is veel minder geel dan die van de wilde zwaan. In Nederland kun je de kleine zwaan met name vinden in het IJsselmeer, het Veluwemeer en het Lauwersmeer. Er verbleven altijd grote groepen kleine zwanen in Nederland, maar de laatste jaren lijken ze voorkeur te hebben voor meer oostelijk gelegen landen. Wat zou de kleine zwaan dit jaar gaan doen?

Tekst: Marjolein Mooij, Nature Today Go
Foto's: Bart Vastenhouw, Saxifraga; Rudmer Zwerver, Saxifraga