Eerste indruk: weer minder vlinders in 2020
De VlinderstichtingIn bijgaande grafiek zien we het aantal vlinders per telling op de routes in verschillende perioden. We zien dat hoe recenter de periode is, des te minder vlinders er worden geteld. In 2020 waren de aantallen opnieuw lager dan in de voorgaande perioden. In het vroege voorjaar en september waren er dit jaar wel wat meer vlinders, maar dat weegt niet op tegen de veel lagere aantallen in de zomer, de periode dat de vlinders op hun top zijn. Naast de al lang bestaande oorzaken als intensivering, stikstof en versnippering heeft de extreme droogte nog een extra klap gegeven. Dat geldt trouwens niet voor alle soorten, want er waren er zeker die in 2020 beter vlogen dan het gemiddelde over de afgelopen dertig jaar. Het boomblauwtje, de atalanta, het klein koolwitje en het bruin blauwtje deden het prima en vlogen goed dit jaar. Deze hebben blijkbaar minder te lijden onder de droogte van de afgelopen drie jaar. Het bruin blauwtje is een soort die inderdaad op hele droge pekken uitstekend gedijt. Ook is het een mobiele vlinder die gemakkelijk kilometers vliegt en zo nieuw leefgebied goed kan bereiken. De waardplant, waar de rupsen op zijn gespecialiseerd, is onder andere reigersbek. Deze plant heeft het, juist dankzij de droogte, heel goed gedaan.
Maar er zijn zeker ook verliezers. De soorten van de heide hebben allemaal klappen gehad en de toch al zeldzame soorten heideblauwtje, heivlinder en kommavlinder hadden echt een dramatisch jaar. Ook algemene soorten als kleine vos, bruin zandoogje en koevinkje vlogen in 2020 veel minder dan in het gemiddelde van de afgelopen dertig jaar. En terwijl bij de winnaars net het klein koolwitje werd genoemd, vinden we onder de verliezers een ander koolwitje, het klein geaderd witje. Deze vloog veel minder dan gemiddeld en ook dat is wel verklaarbaar. Het klein geaderd witje is meer een soort van halfnatuurlijke en natuurlijke, wat vochtiger leefgebieden, terwijl het klein koolwitje veel makkelijker is en ook in droog, agrarisch en bebouwd gebied prima overleeft. Echte conclusies kunnen we natuurlijk pas trekken als alle routegegevens zijn verwerkt en als er, in samenwerking met het CBS, gewogen trends zijn berekend, maar het negatieve beeld zal daardoor niet kunnen worden omgebogen.
Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: heivlinder)
Grafieken: meetnet vlinders