Een nieuwe lente, een nieuwe geboortegolf
ARK Rewilding NederlandNageslacht als bron van leven
Het voorjaar is een bijzondere tijd, zowel voor de grazers als voor de bezoekers van de begraasde gebieden. De geboortegolf betekent dat de kuddes in korte tijd een groei doormaken van vaak wel 35 procent van de oorspronkelijke grootte. Nageslacht is onmisbaar voor het voortbestaan van een populatie. Een deel van de jonge dieren vult, eenmaal volwassen, de plek op van (oudere) dieren die wegvallen. De kans dat ze daarin slagen is het grootst als ze beschikken over een gelukkige combinatie van genen, die hen qua kracht en aangepastheid doet uitsteken boven de rest. Voor hun succes zijn ze tevens afhankelijk van de zorg, bescherming en opvoeding van het moederdier en de sociale groep. Daarnaast zijn ze voor voedsel, water en dekking uiteraard ook afhankelijk van hun fysieke omgeving.
Jonge dieren die het minder goed getroffen hebben qua genensamenstelling en omgeving, vallen in de wilde natuur eerder ten prooi aan predatoren. Ze zijn de oogst uit de hoorn des overvloeds en vervullen als zodanig een onmisbare rol in de voedselketen. De predator op zijn beurt draagt bij aan natuurlijke aantallenregulatie en selectie. In half-wilde natuurgebieden met natuurlijke kuddes zijn geen predatoren, maar reguleert de beheerder de aantallen en probeert bij de selectie vaak te kijken door de ogen van een predator als de wolf.
Timing en synchronisatie van natuurlijke geboorte
De meeste geboortes vinden in het voorjaar plaats. De moederdieren hebben goed, eiwitrijk voedsel nodig om melk te produceren. In de lente is dat voorhanden. Ook hebben de jonge dieren, terwijl ze nog volop van de melk leven, de kans om alvast wat malse plantjes in kleine hoeveelheden te proeven.
De geboorte van een veulen vindt plaats na een draagtijd van ongeveer elf maanden, die van een kalf na een dracht van negen maanden. Aangezien een merrie binnen enkele weken opnieuw vruchtbaar is en een koe pas na drie maanden, zit er bijna altijd precies een jaar tussen de jaarling en het nieuw geboren dier. Deze timing van jaar tot jaar geldt voor voedselrijke natuurgebieden. In arme natuurgebieden slaan dieren wel eens een jaar over.
Een bijzonder fenomeen is de synchronisatie. Vaak valt de geboortepiek in een stabiele, natuurlijke kudde binnen een periode van enkele weken. Wanneer een of enkele moederdieren - bijvoorbeeld door ziekte of bij nieuw ingebrachte dieren - tijdelijk niet in dit ritme meegaan, vindt in de jaren die volgen een verschuiving van de geboortedatums plaats, zodanig dat ze uiteindelijk gelijktijdig met de andere dieren hun jong krijgen. Het is goed voor te stellen dat deze concentratie van geboortes grote voordelen heeft. De kwetsbare periode van de kudde wordt daarmee verkort en predatoren krijgen minder kansen om de meest kwetsbare kalfjes en veulens te vangen.
Bevalling galloway (Bron: Dwaalfilm.eu)
Veilige plekken om te baren
Moederdieren zoeken een veilige plek om hun jong te werpen. Voor paarden is die veilige plek altijd in de nabijheid van de kudde. Vaak staan de andere merries met een wakend oog eromheen te grazen, en mocht een indringer in de buurt komen (mens, hond of wild dier) dan staan ze klaar om deze de weg te blokkeren en zo nodig weg te duwen. Van groot belang is wel dat de merrie in kwestie een hechte band heeft met de andere merries. Alleen dan krijgt ze deze bescherming. Dit laat zien hoe belangrijk het is om in de natuur in een sociale groep te leven. Minstens zo belangrijk is dat de indringer de (dreigende) lichaamstaal van de omringende merries op tijd begrijpt en ernaar handelt.
Paarden zijn van nature vluchtdieren van de open steppes. De geboorte van een veulen duurt daarom niet erg lang. Meestal is het binnen een paar seconden gepiept. Het veulen wankelt nog even, maar al snel staat het stevig op zijn poten. Poten die ondanks het kleine lijfje bijna even lang en snel zijn als die van de volwassen dieren. Het veulen drinkt regelmatig melk die erg zoet is; snelle energie om met moeder en de kudde mee te kunnen lopen.
Runderen en wisenten pakken het anders aan. De moederdieren zonderen zich af in de dagen die voorafgaan. Ze zoeken het liefst struweel of bos op. In deze beschutte omgeving nemen ze de tijd om hun jong te werpen. Wisenten blijven na de geboorte van het kalf nog ongeveer één week bij hun kalf en keren pas met hun jong terug bij de groep als ze de tijd rijp achten. Runderen komen eerder terug. Wel verstoppen ze hun jong in de ruigte en houden ze tijdens het grazen de verstopplek goed in de gaten. Soms roepen ze naar elkaar. Twee keer per dag zoekt de koe haar kalf op om melk te geven. Die melk is dan ook extra vet om haar kalf voldoende energie te geven tot de volgende voeding. Ook bij runderen introduceert de koe haar kalf in de kudde; een prachtig sociaal gebeuren om mee te maken.
Pasgeboren kalfje galloway (Bron: Dwaalfilm.eu)
Binding en kennismaking
Na de geboorte ontstaat de binding tussen moederdier en jong. De moeder likt het jong droog en laat het drinken. Ze snuiven elkaars geur, horen elkaars geluiden en smeden een hechte band. Dit is een belangrijk proces. Want grazers moeten in de natuur, in de grote groepen waarin ze vaak leven, elkaar snel weten te vinden, vooral wanneer er gevaar dreigt en paniek of chaos ontstaat. Die band is vooral ook belangrijk, omdat alleen de eigen moeder melk geeft. Bij een vreemde moeder is het jong meestal niet welkom. Zonder band is het jonge dier verweesd en ten dode opgeschreven, ondanks dat de moeder nog leeft en in de kudde verblijft.
Ook de andere dieren van de kudde krijgen de kans om uitvoerig kennis te maken met de jonge dieren. Bij de veulens gaat dat sneller dan bij de kalveren. De kuddedieren besnuffelen een voor een het jong en nemen hem op als nieuw lid van de groep. Ook de veulens onderling en de kalveren onderling maken kennis met elkaar. Ze spelen met elkaar en rusten vaak bij elkaar. Een bijzonder fenomeen bij runderen en wisenten zijn de kalver-crèches. Koeien hebben tijd nodig om te grazen en besteden hun jong dan even uit aan een zus, tante of vriendin. Zo komt het voor dat kalfjes in groepjes veilig dicht bij elkaar liggen onder het toeziend oog van een oudere koe. Na verloop van tijd wordt de waak-koe afgewisseld door een andere koe en kan ook zij gaan eten.
Verstoring voorkomen
Omdat jonge dieren én kwetsbaar én belangrijk zijn, doen de grazers veel moeite om hun jong veilig en ongestoord ter wereld te brengen. Hoe groter, completer en afwisselender een natuurgebied qua vegetatiestructuur is - dus met zowel bossen en struwelen, alsook ruigten en graslanden of heiden - hoe beter ze zich van hun taak kunnen kwijten. Elke soort grazers heeft zijn eigen strategie en kan de plek uitkiezen die het beste past. Ook de aanwezigheid van afgelegen, moeilijk bereikbare plekken (dankzij geulen of zompige stukken) kan helpen om een rustig plekje te vinden voor de kwetsbare momenten.
In gebieden die geheel toegankelijk zijn voor het publiek kan verstoring door mens en hond optreden. Maar als de afspraak is, en wordt nageleefd, om op de paden te blijven en de hond aan te lijnen is de kans hierop niet zo groot. In struingebieden kan het eerder voorkomen dat publiek een geboorte van nabij meemaakt. Niet voor niets geldt óók in struingebieden een aanlijnplicht voor honden. Bovendien is de regel om minimaal 25 meter afstand te houden.
Minimaal betekent dat de gewenste afstand ook méér kan zijn, afhankelijk van de omstandigheden. Een (aankomende) geboorte is zo’n specifieke omstandigheid waarin meer afstand vereist is. Degene die zo’n geboorte toch graag wil zien, kan met een verrekijker en vanaf een flinke afstand het nodige meekrijgen, maar zal er altijd scherp op moeten letten dat hij geen onrust veroorzaakt. Is dat het geval, dan is doorlopen de enige optie. Achtervolgen is helemaal uit de boze. En bedenk: als een koe het niet vertrouwt, dan stopt het baarproces als dat nog kan en wacht ze op een rustig moment, vaak ‘s nachts.
Die voorzichtigheid betreft niet alleen de geboorte, maar ook het observeren van een jong kalf of veulen. Laat het met rust. Raak het niet aan. Neem afstand. Wanneer een moederdier en haar jong tóch verstoord worden, bestaat de kans dat het moederdier in paniek het jong in de steek laat en de onderlinge band niet tot stand komt. Het jong is dan ten dode opgeschreven.
Geboorte konikveulen (Bron: Dwaalfilm.eu)
Geniet
Geniet van de natuur in het voorjaar en van de natuurlijke kuddes met hun kroost. De entreebordjes bij de ingang van begrazingsgebieden laten aan bezoekers heel beknopt, vaak met icoontjes, de regels van het gebied zien. Het moge duidelijk zijn dat achter die regels hele verhalen schuilgaan, te lang om op een klein bordje uit te leggen. Ze zijn allemaal bedoeld om het voor publiek en natuur zo prettig mogelijk te maken, want afsluiten van natuurgebieden in het voorjaar zou zonde zijn.
Meer informatie
Kijk op ark.eu/begrazing voor meer informatie. Of download een van de gratis zoekkaarten in onze web(geef)winkel.
Eerder verscheen in deze serie
- Hoe zien we grazers?
- Ook dieren nemen afscheid
- Bevers: natuurlijke houthakkers en bouwvakkers
- Welke rassen horen bij natuurlijke begrazing?
- Welke soorten passen bij natuurlijke begrazing?
- Rondtrekkende grazers
- Grazers en publiek
- Som der soorten
- Hoeveel grazers passen er in een natuurgebied?
- Voortplanting als motor voor rijke natuur
- Hoe de winter door bos en ruigte (g)raast
ARK Natuurontwikkeling zet zich in voor het terugbrengen van natuurlijke processen, waarvan natuurlijke begrazing er één is. Grote grazers zorgen voor een afwisselend landschap waar allerlei planten- en diersoorten floreren. Door herintroductie van inheemse, grote planteneters als wisenten, paarden, runderen en edelherten werkt ARK aan het terugbrengen van natuurlijke variatie in landschappen: graslanden, struwelen, bossen en alle overgangen daartussen. In deze serie over natuurlijke begrazing laten we zien waar het om draait bij natuurlijke begrazing, en bij de explosie van leven die ermee samenhangt.
Tekst: Hettie Meertens en Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Bart Beekers, ARK Natuurontwikkeling; Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling; Bob Luijks, Natuurportret
Films: Dwaalfilm.eu