Amerikaanse strandschelp in opmars
Stichting ANEMOONNadat de Amerikaanse strandschelp (Mulinia lateralis) tijdens inventarisatie-onderzoek was aangetroffen op een aantal plaatsen in het Waddengebied, lag het in de lijn der verwachting dat ook de Waddeneilanden zouden worden bereikt. Onderzoekers die de dieren in het Waddengebied monitoren namen tussen 2017 en 2019 duidelijke areaaluitbreidingen waar. Ze waarschuwen dat deze invasieve exoot de potentie heeft grote delen van het Waddengebied te koloniseren. Tijdens de kerstvakantie van 2019 speurden vrijwilligers van Stichting ANEMOON de wadzijde van Ameland af. Dit leverde uiteindelijk één vondst op (fig. 3). Hoewel nieuw voor Ameland, betreft het slechts een los klepje dat nog geen bewijs is voor het voorkomen van populaties in dit deel van het wad. Toch is dat waarschijnlijk slechts een kwestie van tijd. Het is hoe dan ook belangrijk de ontwikkeling van deze soort te blijven volgen: de uitbreiding zou wel eens ten koste kunnen gaan van kokkels en andere inheemse soorten. Daarom is het belangrijk dat naast professionele onderzoekers, ook strand- en wadwandelaars op deze exotische tweekleppige gaan letten en weten hoe ze deze kunnen herkennen.
Herkenning
De Amerikaanse strandschelp lijkt op de inheemse Halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata) en werd daar aanvankelijk ook korte tijd voor aangezien. De biotoop van beide strandschelpen is echter totaal verschillend. De Halfgeknotte leeft hoofdzakelijk in zandige, mariene (zee-)biotopen, terwijl de Amerikaan in slikrijke bodems leeft en vaak voorkomt in brak water en onder zuurstofarme omstandigheden. De schelpen van deze exoot zijn dunner, boller en blijven gemiddeld kleiner (tot 2.1 centimeter, meestal kleiner; S. subtruncata wordt tot 3 centimeter groot). Ze hebben een fijnere sculptuur met dichter opeenstaande ribbels en groeilijnen en een radiale plooi die van de top naar de achterrand loopt. De veldjes aan beide zijden van de top zijn glad, terwijl hier bij de Halfgeknotte strandschelp een patroon van waaiervormige groeven aanwezig is. De slotband, die bij de Halfgeknotte deels uit- en deels inwendig is, ligt bij de Amerikaanse uitsluitend inwendig. Ook de slottanden aan de binnenkant bevatten verschilpunten. Het meest belangrijk voor de herkenning is dat bij de Amerikaan de laterale slottanden ongekarteld zijn, in tegenstelling tot die van Spisula-soorten. Vooral aan dit kenmerk zijn de schelpen goed te herkennen (figuur 2).
Volgen
In een recente publicatie uit 2019 hebben onderzoekers van het NIOZ op Texel een voorspellende kaart opgenomen met potentieel habitat voor deze soort. Daarin staat met name het wad bij de eilanden Ameland en Schiermonnikoog aangegeven als geschikt biotoop, evenals dat bij Rottumeroog en Rottumerplaat. Tijdens de afgelopen kerstvakantie is op zeven plaatsen aan de wadkant van Ameland gezocht. Daar ontbrak nog elk spoor van de Amerikaanse strandschelp. Ook in de genomen aanspoelselmonsters bleek zelfs geen jong doubletje aanwezig. Het enige uiteindelijk gevonden exemplaar, een vrij vers los klepje van twee centimeter, lag in strandaanspoelsel bij paal 48, helemaal aan de zuidwestkant van het eiland. Dit is zo'n beetje de plaats waar het Noordzeestrand en het wad in elkaar overgaan. Gezien de lichte begroeiing op dit schelpje kan niet worden uitgesloten dat het van wat verder weg is aangevoerd. Eind december 2019 leek er in het wad aan de zuidzijde van Ameland dus nog geen sprake van massale vestiging van de nieuwe soort. Dit maakt kerst 2019 een goed ijkpunt voor het volgen van de toekomstige ontwikkeling bij Ameland.
Waarnemingen van zee-organismen en weekdieren kunnen altijd gemeld worden via de website van Stichting ANEMOON en daarnaast via platforms als waarneming.nl.
Tekst: Rykel de Bruyne en Inge van Lente, Stichting ANEMOON
Foto's: R.H. de Bruyne (leadfoto: links de inheemse Halfgeknotte strandschelp, strand van Terschelling); Ton van Haaren (leadfoto: rechts de invasieve Amerikaanse strandschelp, exemplaar uit Noordzeekanaal); Inge van Lente