De stikstofcrisis blijft de gemoederen bezighouden. Terecht: dit probleem vergt een langetermijnbeleid en -aanpak. Afgelopen maand hebben minister-president Rutte en landbouwminister Schouten zowel de natuurorganisaties als de boerenorganisaties en de bouwers, allemaal afzonderlijk op het Catshuis ontvangen. Jammer, want al deze organisaties zetten zich, op hun eigen wijze, zo goed mogelijk in voor ons land en moeten juist samenwerken om uit deze crisis te komen.
Boeren en natuur zijn nauw met elkaar verbonden. Veel Natura 2000-soorten – vogels, amfibieën, zoogdieren – zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van het landelijk gebied. De insectenachteruitgang laat zien dat we met beheer van natuurgebieden alleen de natuurkwaliteit niet op peil kunnen houden. De druk vanuit het omringende gebied is daarvoor te groot. Stikstof, verdroging en de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen hebben een belangrijke invloed op de kwaliteit van onze natuur. De basiskwaliteit in het landelijk gebied moet hersteld worden. Daar profiteren niet alleen planten en dieren van, ook boeren hebben deze basiskwaliteit nodig om nu én in de toekomst voedsel te kunnen produceren. Wij zijn ons ervan bewust dat ook bij verkeer en industrie grote veranderingen nodig zijn voor een gezonde leefomgeving, maar we kunnen er niet omheen dat een belangrijke sleutel bij de landbouw ligt.
Eén van de mogelijkheden is om meer in te zetten op Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Het ANLb kan concrete maatregelen stimuleren voor een breed palet aan soorten, niet alleen Europeesrechtelijk beschermde soorten maar ook op basis van potentie van een gebied en wensen in de streek. Deze gebiedsgerichte benadering wordt op dit moment al op beperkte schaal door boeren zelf georganiseerd in 'collectieven'. Vanuit het collectief zoeken boeren de samenwerking met natuurbeheerders en soortenorganisaties. Deze werkwijze zou op veel grotere schaal toegepast moeten worden, zodat we echt kunnen inzetten op het verbeteren van de basiskwaliteit van het landelijk gebied. Een voor de hand liggende mogelijkheid hiervoor is de vaste hectare-premie, een subsidie die boeren ontvangen vanuit het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), stapsgewijs te vervangen door een resultaatgerichte beloning voor boeren die bijdragen aan het verbeteren van natuur, landschap, milieu en klimaat. Agrariërs geven aan gebruik te willen maken van natuur- en landschapsregelingen. Collectieven hebben vaak te maken met geldtekort, omdat de vraag groter is dan het beschikbare budget. Wat essentieel is om dit te laten slagen is langjarige zekerheid. Voor ondernemers is niets zo frustrerend als een regeling die een paar jaar loopt en dan afgeschaft of stilgelegd wordt, omdat het beleid weer veranderd is. Natuur én boeren vragen om langetermijnbeleid.
Geachte excellenties, 2019 was het jaar van de stikstofcrisis. Laten we 2020 maken tot het jaar van de grote transformatie. De tijd van schaalvergroting en intensivering is voorbij, terwijl het toekomstbeeld voor de boer van morgen nog niet scherp is. Er wordt veel gesproken over kringlooplandbouw en natuurinclusief werken, maar het is nog niet helder wat dit betekent voor de keuzes die de boer nú moet maken. Er zijn veel sympathieke initiatieven die laten zien dat het kan – de transitie is al lang begonnen – maar de grote lijn, de samenhang en de langetermijndoelen moeten vaststaan om andere boeren over de streep te trekken. Daarvoor moeten we als overheid, landbouw én natuur gezamenlijk een inkleuring geven aan de landbouw van de toekomst: een consistent beleid dat de boeren richting geeft voor de komende dertig jaar. Samen zullen we ook de verantwoordelijkheid moeten nemen om plannen om te zetten in acties. Wij vragen u dan ook om 2020 te starten met ons gezamenlijk uit te nodigen op het Catshuis om aan de slag te gaan met deze grote transformatie naar een gezonde basiskwaliteit natuur in het landelijk gebied.
Tekst: Alex Datema, voorzitter BoerenNatuur en Titia Wolterbeek, directeur De Vlinderstichting en voorzitter SoortenNL
Foto's: Anthonie Stip; Kars Veling