In memoriam: Frater Willibrordus, een markante waarnemer van De Natuurkalender
De Natuurkalender, Wageningen UniversityVele duizenden mensen hebben sinds de start van het fenologisch waarnemingsnetwerk De Natuurkalender in 2001 waarnemingen van eerste bloeiende planten doorgegeven. Een van de meest trouwe waarnemers van het eerste uur was Frater Willibrordus (1928-2019). Vrijwel wekelijks sprak hij het antwoordapparaat van de fenolijn in (035 - 6711338). De fenolijn werd gestart aan het begin van De Natuurkalender. Al bijna 20 jaar lang maakt de redactie van Vroege Vogels iedere week een selectie van de ingesproken natuurwaarnemingen van luisteraars. Ontelbare keren is te horen geweest wat Frater Willibrordus had waargenomen in de tuin en zijn omgeving. Eerst vanuit Borculo, daarna vanuit Arnhem en de laatste paar jaar vanuit De Bilt. Al die bijdragen zorgden ervoor dat hij onder de luisteraars van Vroege Vogels steeds bekender werd. Hij genoot zichtbaar van die aandacht. Vijf jaar geleden interviewde Henny Radstaak van Vroege Vogels Frater Willibrordus in het Fraterhuis Sint Jozef in De Bilt. Het interview is op de site van Vroege Vogels te beluisteren.
Frater Willibrordus was voor ons een voorbeeld van hoe natuur mensen kan inspireren, en hoe zeer mensen van de dagelijkse ontwikkelingen in de natuur kunnen genieten. Frater Willibrordus hield ervan om zijn kennis over te brengen op jong en oud in zijn omgeving. Hij vond het ook belangrijk om nieuwe kennis op te blijven doen. Vrijwel jaarlijks kwam hij naar de Vlinderdag in Wageningen. Daar maakten we een praatje bij onze Natuurkalenderstand. Ik herinner me nog goed hoe hij op zijn 88ste op de fiets vanuit Arnhem naar Wageningen was gereden.
Duizenden waarnemingen
In de tuin van Frater Jeroen bij het klooster in Borculo heeft hij van 1986 tot en met 2001 van honderden plantensoorten bijgehouden wanneer ze voor het eerst in bloei kwamen. In 2002 heeft Frater Willibrordus deze waarnemingen aan De Natuurkalender beschikbaar gesteld. Jaarlijks noteerde hij gemiddeld 250 waarnemingen. Gedurende een kwart van alle dagen in deze 16 jaar heeft hij meer dan vierduizend waarnemingen opgeschreven. Het maximum aantal waarnemingen op 1 dag was 16. Uit onderstaande grafiek blijkt dat mei de bloeimaand is.
Invloed van koude en warme jaren goed zichtbaar
Uit de waarnemingen is ook het grote verschil in start van bloei tussen een jaar met een zeer warme start en een koude start zichtbaar. Het jaar 1990 begon extreem warm, terwijl 1996 juist heel koud begon. Aan het verschil in het aantal waarnemingen dat Frater Willibrordus per maand doorgaf in deze jaren is heel goed te zien dat de natuur in 1990 veel eerder in bloei kwam dan in 1996.
Bloei van de pinksterbloem
Frater Willibrordus stond bekend als vlinderliefhebber. Een van zijn meest favoriete soorten was het oranjetipje. Een afbeelding van het oranjetipje staat ook op zijn rouwkaart. Het vrouwtje van het oranjetipje zet haar eitjes af op onder andere de pinksterbloem. In onderstaande grafiek staat per jaar de datum weergegeven waarop Frater Willibrordus de eerste pinksterbloem in bloei zag. 1990 springt er met 23 maart overduidelijk uit als veruit het vroegste jaar. In 1986 duurde het tot 30 april voordat de pinksterbloem bloeide. De gemiddelde februaritemperatuur kwam toen uit op -3,6°C, en ook maart en april waren koud.
In onderstaande grafiek is de eerste bloeiwaarneming van de pinksterbloem uitgezet tegen de gemiddelde temperatuur in de maanden februari tot en met april. Daaruit blijkt duidelijk hoe het moment van bloei wordt beïnvloed door de temperatuur. In de grafiek daaronder is van 11 plantensoorten het verloop van de eerste bloeiwaarneming in de tijd weergegeven. Al Frater Willibrordus' vierduizend waarnemingen in 16 jaar bieden, samen met de honderdduizenden fenologische waarnemingen die vrijwilligers al sinds 1868 in Nederland bij elkaar gebracht hebben, een schitterende bron voor ons onderzoek. Ze bieden een waardevolle referentie voor huidige en toekomstige generaties om te bepalen hoe veranderingen in weer en klimaat de seizoenritmiek van de natuur verandert. We zullen Frater Willibrordus missen op de radio, maar zijn hem dankbaar voor zijn veelzijdige bijdrage die extra kleur en klank heeft gegeven aan het Natuurkalenderonderzoek.
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto’s: Arnold van Vliet; Vroege Vogels
Gegevens grafieken: Frater Willibrordus; KNMI; Arnold van Vliet