4 miljoen kilo eikels en beukennootjes; meer vruchten na warme winters en zomers
De Natuurkalender, Vereniging Wildbeheer Veluwe, Wageningen UniversityNaar schatting hangen er op de Veluwe ruim een miljoen kilo beukennootjes, bijna twee miljoen kilo inlandse eikels en ruim een miljoen kilo Amerikaanse eikels. Dit blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van de Vereniging Wildbeheer Veluwe. Het totaal van ruim vier miljoen kilo is 13 procent minder dan het gemiddelde over de jaren 1990 tot en met 2018 en daarmee een redelijke mast. Vooral de inlandse eik blijft ruim 40 procent achter bij het gemiddelde terwijl de Amerikaanse eik juist 90 procent hoger ligt dan gemiddeld. Het aantal beukennootjes ligt 13 procent hoger dan gemiddeld.
Meer beukennootjes door klimaatverandering
Dit jaar bloeiden veel beukenbomen, maar de periode waarin de beuken uitliepen was langgerekt. De vruchtzetting is daardoor verschillend verlopen. Tijdens de bloei heeft het ook nog verschillende keren gevroren. Toch heeft de beuk een redelijke mast geproduceerd. Bijzonder is dat er nu al weer voor het zevende jaar op rij beukennootjes aan de bomen hangen. In het begin van de meetreeks hadden beuken één of twee jaar achter elkaar beukennootjes en dan weer één of twee jaar helemaal geen.
De hoeveelheid beukennootjes blijkt in belangrijke mate bepaald te worden door de hoeveelheid beukennootjes in het voorgaande jaar. Hoe groter de productie in het voorgaande jaar, hoe lager de productie het jaar erop. Daarnaast blijkt dat de hoeveelheid beukennootjes stijgt als de voorafgaande winter en/of de zomer van het vorige jaar warmer zijn. In de onderstaande figuur hebben we de geschatte mastindex (1 = geen mast, 5 = extreme volmast) vanaf 1990 naast de berekende mastindex weergegeven. De figuur laat goed zien dat de schatting en verwachting zeer goed overeen komen. Op basis van de zeer hoge temperaturen deze zomer en de droogte verwachten we dat de beuk deze herfst weer bloemknoppen gaat vormen. We koersen dus aan op acht opeenvolgende jaren met beukennoten.
Droogte heeft geen invloed op het aantal eikels
De bloei van de inlandse eiken was zeer goed, maar net zoals bij de beuk erg in de tijd gespreid. Eind mei waren er nog eiken die hun knoppen openden. Er zijn late nachtvorsten geweest die de net bloeiende eiken schade hebben toegebracht. Kaalvraat door rupsen is op de Veluwe meegevallen. Op de Zuid-Veluwe is er meer kaalvraat geweest dan op de Noord-Veluwe. Er is op de Veluwe een behoorlijk verschil in het aantal eikels per hectare.
De droogte vorig jaar had eigenlijk geen effect op de mast in 2018. Voor eikels was het een topjaar. In Spanje was 2017 extreem droog en ook daar een topjaar voor eikels. De eikenbomen hebben blijkbaar een reservehoeveelheid water die ze aan kunnen boren. Of misschien hebben ze helemaal niet zoveel water nodig om hun eikels te laten groeien. Op basis van de ervaring van 2018 concluderen we dat de droogte in juli en de zeer hoge temperaturen niet echt een drukkend effect op de mast hebben.
Momenteel groeien de eikels als kool. De eerste bomen laten al hun eikels vallen. Vijftig jaar geleden vielen de eerste eikels vooral in de laatste week van september. Door de zeer hoge temperaturen deze zomer verwachten we dat de eikels een paar weken eerder van de boom gaan vallen.
Amerikaanse eik
De opbrengst van de Amerikaanse eik karakteriseren we als een volmastjaar. Het volgt op een jaar van beperkte eikelproductie in 2018. Volgend jaar zal de eikelmast naar verwachting weer beduidend lager zijn door vorstschade en rupsenvraat dit jaar.
Intensieve wroetactiviteiten
In de grote beukenboscomplexen zijn in 2018 zoveel beukennoten gevallen dat alle noteneters de voorraad niet op kregen. De wilde zwijnen eten de beukennootjes vanaf het moment dat ze vallen. Met het zoeken zorgen ze er ook voor dat een deel dieper in de strooisellaag terecht komt. Dit is een voedselvoorraad die ze gebruiken nadat de meeste beukennoten gekiemd zijn. Een deel van de nootjes blijft liggen. De jonge kiemplantjes van de beuk zijn weer hoogwaardig voedsel voor alle planteneters. Met de elkaar opvolgende mastjaren groeit ook de zwijnenpopulatie op de Veluwe. De mast is de voedselbron die voor populatiegroei zorgt, tegelijkertijd neemt ook de sterfte af door de volgende beheerfactoren:
- Minder effectieve bejaging in mastrijke perioden / seizoenen
- Keuze voor hogere doelstanden
- Mastvolgend beheer
- Minder intensieve bejaging
- Vergroting leefgebied (bewust en onbewust) waar niet wordt gejaagd.
Overal waar je komt op de Veluwe zijn sporen van wilde zwijnen te zien. Ze vervullen een belangrijke rol in onze bossen en natuurgebieden. Op sommigen plekken wroeten en woelen de zwijnen zo intensief dat de vegetatie verdwijnt. Het doel van dit zoeken en woelen blijft gissen maar het lijkt om dierlijke eiwitten en mineralen te gaan.
Invloed van de wolf
De wolf is sinds 2018 een natuurlijke factor die de sterfte verhoogt. De wolven op de Veluwe hebben nu een onbeperkt voedselaanbod in de vorm van biggen. In december en januari 2018 werden de eerste geboren, de meeste in februari en maart en nu worden er weer overal pasgeboren biggen waargenomen. Met het groter worden van de biggen worden ze ook weerbaarder en samen met de rest van de familie een geduchte tegenstander voor de wolf. Het aandeel zwijn in het menu zal dan weer af gaan nemen.
Tekst, foto’s en figuren: Gerrit-Jan Spek, Vereniging Wildbeheer Veluwe en Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University