Maashorst topgebied biodiversiteit
ARK Rewilding NederlandDe Maashorst is een groot natuurgebied van 3500 hectare dat ligt tussen Oss en Uden. De natuurontwikkeling die ARK Natuurontwikkeling en partners de laatste jaren hebben uitgevoerd, begint zijn vruchten af te werpen. Zo zorgen bosomvorming en begrazing voor openheid en variatie in de eens monotone naaldhoutakkers. Professionals, vrijwilligers en studenten monitoren de ontwikkelingen.
Extensieve begrazing als sleutelfactor
De wisenten, wildlevende paarden en oerrunderen leven het hele jaar door van wat de natuur te bieden heeft; door de lage dichtheden hoeft er niet te worden bijgevoerd. De extensieve begrazing levert een bijzonder soortenrijke natuur op in de Maashorst. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens het in juni georganiseerde 1000-soorten-weekend, waarbij er maar liefst 1232 planten- en diersoorten werden ontdekt in de Maashorst.
Zonder begrazing groeit het landschap dicht, en met een te hoge graasdruk wordt het grasland kaalgevreten en blijven er nauwelijks bloeiende bloemen over. Daar tussenin zorgt natuurlijke begrazing voor een weelde aan biodiversiteit. Bloemen bloeien en zetten zaad. Veldleeuweriken en boomleeuweriken vliegen voor je op. Kwartels roepen onzichtbaar tussen de vele bloemen en het lange gras. Insecten floreren en overal zingen vogels. Her en der groeien braamstruwelen met wat jonge bomen en meidoorns. Daarin zingen geelgors, grasmus en roodborsttapuit.
Gezonde mest doet leven!
De grazers op de Maashorst leven in lage dichtheden in het wild en hebben een gezond dieet van grassen, kruiden, twijgen, bladeren en eikels. Ze hebben daardoor geen medicijnen nodig, waardoor de mest van de grazers vol zit met leven! Duizenden kleine mestvliegen, gele strontvliegen, mestzwemtorren, veldmestkevers, kortschildkevers en vele andere insecten komen op dit walhalla af. De vele dikke larven van de veldmestkevers zijn gewilde prooien voor de dassen in het gebied, die ook grote mestkevers en de vele wormen onder de wisentflatsen, paardenpoep en rundermest op zijn menu heeft. De talloze bewoonde dassenburchten tonen aan dat de bewoners succesvol zijn overgeschakeld van regenwormen in sterk bemeste graslanden en maisakkers, naar mestkevers en jonge muizen in het natuurgebied.
Zandbaden
Overal op de Maashorst liggen grotere en kleinere stukjes kale grond. Het barst daar van de pionierplanten, zandbijen, graafwespen en hun parasieten. Die kuilen ontstaan doordat met name de wisenten graag op veel verschillende plekken een zandbad nemen om hun vacht te verzorgen. Ook paarden doen op deze manier een duit in het zakje bij het onderhoud van die plekken door zandbaden te nemen. Dat is geen probleem voor de vele zandbijen in hun broedholen. Als de grazers zijn vertrokken, worden de nestgaatjes weer snel open gemaakt; de broedkamers zitten gelukkig diep genoeg onder de grond. Een kwestie van co-evolutie.
Stierenkuilen
Runderen maken geen zandbaden, maar wel heel veel stierenkuilen. Doordat er verschillende koeiengroepen en tal van stieren aanwezig zijn, is er veel sociale interactie en imponeergedrag en juist dat levert veel stierenkuilen op. Niet alleen stieren, maar ook oudere koeien graven dergelijke kuilen om hun sociale positie duidelijk te maken en hun dominantie van de daken te schreeuwen. Ook deze kuilen zijn een walhalla voor insecten en pionierplanten. Doordat stierenkuilen dieper zijn dan zandbaden, zijn ze vochtiger op de bodem en hebben ze steile opstaande randen. Dat trekt weer andere soorten aan.
Succes heeft vele vaders
Natuurontwikkeling, bosomvorming, watersysteemherstel en een gevarieerd landschap. Zeer extensieve begrazing, met mannelijke en vrouwelijke dieren, jong en oud, drie verschillende soorten grote grazers en geen medicijngebruik. Al deze factoren werken samen om de natuur op de Maashorst soortenrijk te maken en houden.
Tekst: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Maurice van Doorn; Leo Linnartz