Werken bloemrijke bermen tegen de eikenprocessierups?
De VlinderstichtingBloemrijke bermen zijn niet alleen mooi om te zien, maar ze kunnen ook de biodiversiteit bevorderen. De bekendste soortgroepen die baat hebben bij deze bermen zijn vlinders en bijen die nectar van bloemen drinken, maar er zijn nog veel meer soorten die ervan profiteren. In de landbouw is bijvoorbeeld aangetoond dat kruidenrijke akkerranden kunnen zorgen voor meer natuurlijke vijanden waardoor er minder plaagoverlast is van bladluizen in de gewassen. Met dit in het achterhoofd is De Vlinderstichting in 2015 gaan onderzoeken of bloemrijke bermen bijdragen aan de beheersing van de eikenprocessierups. Hiervoor zijn acht bermen ingezaaid met een lokaal bloemenmengsel van HEEM om de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups te stimuleren. Deze bermen zijn vergeleken met acht andere bermen in de directe omgeving waar weliswaar regulier beheer plaatsvindt, maar de eikenprocessierups ook niet wordt bestreden. Tussen deze bermen wordt het verschil onderzocht in het oppervlak van de nesten, en de aanwezigheid van potentiële natuurlijke vijanden. Onder de natuurlijke vijanden vallen enkele echte specialisten die alleen maar op de eikenprocessierups parasiteren, zoals enkele soorten sluipvliegen en sluipwespen, maar ook generalisten zoals larven van gaasvliegen, lieveheersbeestjes, zweefvliegen, carnivore wantsen en loopkevers. De bloemen stimuleren de eikenprocessierups niet omdat de vlinders geen monddelen hebben, en dus geen nectar drinken.
Een populatie natuurlijke vijanden is niet in enkele jaren opgebouwd, en in het onderzoek zijn tot nu toe dan ook nog geen aantoonbare verschillen gevonden tussen het oppervlak aan nesten in de ingezaaide bermen, en de niet-ingezaaide bermen. Ook tussen het aantal kruiden in de bermen en de hoeveelheid natuurlijke vijanden kon gemiddeld genomen nog geen verschil worden aangetoond. Dit komt echter voornamelijk door het afwijkende beeld van één locatie waar uitzonderlijk veel ongewervelden zijn gevangen in een berm met erg weinig kruiden. Dit komt mogelijk door invloeden van buiten de onderzochte bermen. Daarnaast zijn er in één berm in het najaar ook de nesten van de eikenprocessierups onderzocht op de poppen van sluipvliegen om de populatieopbouw te kunnen volgen. Het eerste jaar nadat de bomen nog waren behandeld met XenTari (een biologisch insecticide dat wordt gebruikt voor de bestrijding van diverse soorten vlinders en motten) werden er helemaal geen poppen van sluipvliegen aangetroffen. Het tweede jaar van het onderzoek zaten er in 23 procent van de nesten sluipvliegen; in het derde jaar zaten er maar liefst in 69 procent van de nesten poppen van sluipvliegen. Met één berm is nog niet veel aan te tonen, maar het bevestigt wel het beeld dat de populatie van natuurlijke vijanden zich opbouwt.
Om te weten te komen of de natuurlijke vijanden in staat zijn om de eikenprocessierups in toom te houden, blijven we de komende tijd nog monitoren. We zijn de afgelopen jaren in ieder geval al meer te weten gekomen over de eikenprocessierups en hebben in dit onderzoek ook al andere bijzondere waarnemingen gedaan. Zo zijn er als bijvangst enkele zeldzame soorten bijen, wespen en mieren gevonden.
Partners in het onderzoek: Gert-Jan Koopman (HEEM), Silvia Hellingman (Hellingman Onderzoek en Advies) en Jeroen de Rond (Naturalmedia)
Dit onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door: Provincie Gelderland, gemeente Rheden, gemeente Renkum en de gemeente Heerde
Tekst en foto’s: Jurriën van Deijk, De Vlinderstichting