Minstens tien rifhaaisoorten rond de Nederlands-Caribische eilanden
Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), Wageningen Marine ResearchElk jaar worden er meer dan 100 miljoen haaien gedood als gevolg van visserij en het ontvinnen van de dieren. Dit is twee keer zoveel als wat de dieren met voortplanting kunnen compenseren. De vraag naar vinnen en andere haaienproducten heeft ertoe geleid dat een aantal soorten met uitsterven worden bedreigd. Haaien zijn vooral kwetsbaar voor overbevissing en habitatdegradatie omdat ze laat geslachtsrijp zijn en weinig jongen produceren. De belangrijkste bedreigingen voor haaien in onze wateren zijn ongewenste bijvangst, habitatdegradatie en het risico op de ontwikkeling van een haaienvinmarkt, die zou leiden tot gerichte visserij op haaien.
Wij hebben gezonde oceanen nodig; gezonde oceanen hebben haaien nodig
Haaien houden onze oceanen gezond. Deze top-roofdieren verwijderen zieke of zwakke individuen uit hun prooipopulaties. Een afname van het aantal haaien leidt tot een verstoord natuurlijk evenwicht in de zee. Dit kan de gehele vispopulatie beïnvloeden. Goede visbestanden zijn niet alleen belangrijk voor vissers die afhankelijk zijn van visserij, maar ook voor (duik) toerisme en de lokale gemeenschap.
Respecteer haaien en vrees ze niet
Haaien zijn één van de meest verkeerd begrepen diersoorten. Al generaties lang hebben haaien een onverdiende slechte reputatie. Mensen hebben de neiging om ze te zien als angstaanjagende dieren die een gevaar vormen voor alles wat in de oceaan zwemt, inclusief de mens. Maar we weten nu dat dit verre van terecht is: deze prachtige wezens zijn essentieel voor gezonde oceanen en de risico’s voor mensen zijn zeer beperkt.
DCNA’s Save Our Sharks Project
Er is een gebrek aan informatie over de verspreiding en dichtheden van haaien- en roggensoorten rondom de Nederlands-Caribische eilanden. Om dit kennishiaat te dichten, heeft DCNA tussen 2015 en 2018 het 'Save Our Sharks' (SOS) project voor de zes Nederlands-Caribische eilanden uitgevoerd. Dit project werd gefinancierd door de Nederlandse Postcode Loterij. Het doel was steun te krijgen van de plaatselijke bevolking voor het behoud van haaien en roggen, en om de kennis over haaien- en roggensoorten in de regio te vergroten door een aantal onderzoeksprojecten uit te voeren. In het project is samengewerkt met lokale vissers en wetenschappers.
Haaienonderzoek
Een recent gepubliceerde studie van Wageningen Marine Research, onderdeel van DCNA’s SOS-project, heeft basiskennis opgeleverd over de huidige haaiensoortendiversiteit, verspreiding, ruimtelijk gedrag en populatiestructuur van haaien die voorkomen bij de kustriffen rond de Nederlands-Caribische eilanden.
De wetenschappers hebben twee methoden gebruikt om de haaien te onderzoeken. Ten eerste de zogenaamde Baited Remote Underwater Video (BRUV), waarbij twee camera’s met aas eraan onder water werden geplaatst. De camera's maken videobeelden wanneer de haaien op het aas afkomen. De videobeelden kunnen gebruikt worden om de haaiensoorten te identificeren en te tellen. De andere gebruikte methode voor het volgen van haaien was akoestische telemetrie. Bij deze methode wordt een kleine akoestische zender geïmplanteerd in de haai. Akoestische ontvangers worden op specifieke locaties geïnstalleerd; haaien die met deze zenders in de buurt van zo'n ontvanger komen (binnen een bereik van 450 tot 850 meter), worden geregistreerd.
De eerste BRUV onderzoeken werden uitgevoerd op Saba, Saba Bank en St. Eustatius om de lokale populatie van haaien en roggen en hun relatieve voorkomen beter te begrijpen. Deze onderzoeken waren gefinancierd door de Nederlandse overheid. Vanaf 2015 zijn er, als onderdeel van DCNA’s SOS-project, aanvullende onderzoeken uitgevoerd rondom Bonaire, Curaçao en Sint Maarten. In 2017 zijn er BRUV-onderzoeken uitgevoerd op Aruba, die werden gefinancierd door Global Finprint.
Aanvullend, als onderdeel van het SOS-project, werden akoestische telemetrie studies uitgevoerd om de bewegingen van haaien, habitatgebruik, migraties en connectiviteit tussen eilanden beter te begrijpen. Het telemetrisch onderzoek volgde twee haaiensoorten: de Caribische rifhaai (Carcharhinus perezi) en de verpleegsterhaai (Ginglymostoma cirratum) rond Saba (vanaf 2014) en vervolgens de Saba Bank, Sint Maarten en Sint Eustatius (vanaf 2015).
Bevindingen
De meest voorkomende haaiensoort die op de BRUV's in Sint Maarten, Curaçao en Bonaire werd gezien is de Caribische rifhaai, terwijl rond Sint Maarten ook regelmatig verpleegsterhaaien zijn gezien. Over het algemeen werden meer haaien waargenomen in mariene parken of beschermingszones dan in onbeschermde gebieden. Dit benadrukt het belang van deze zones voor de bescherming van haaien. Daarnaast werd bij het vergelijken van de BRUV-onderzoeken van Sint Maarten, Curaçao en Bonaire met eerdere BRUV-onderzoeken van Aruba, Saba, Sint Eustatius en Saba Bank vastgesteld dat de Aruba BRUV-onderzoeken de grootste haaiensoortendiversiteit (acht soorten) en Bonaire BRUV-onderzoeken de laagste haaiensoortendiversiteit (twee soorten) hadden. Het Saba-onderzoek documenteerde vijf haaiensoorten en de Saba bank vier haaiensoorten. Voor Curaçao, Sint Eustatius en Sint Maarten werden elk drie haaiensoorten waargenomen. Er is nog een aanvullende BRUV-onderzeeërtest op 300 meter diepte rondom Curaçao gedaan, waarbij een extra haaiensoort werd gezien: de Cubaanse doornhaai. In totaal zijn er rondom de Nederlands-Caribische eilanden in de verschillende BRUV-onderzoeken ten minste tien haaiensoorten gezien.
Uit de akoestische telemetrie onderzoeken bleek dat zowel de meeste Caribische rifhaaien als de verpleegsterhaaien trouw blijven aan een klein leefgebied. Grote oversteken tussen gebieden komen minder vaak voor, zoals van twee Caribische rifhaaien en een verpleegsterhaai die tussen Saba en de Saba Bank reisden. De Caribische rifhaaien maakten korte reizen tussen de gebieden, terwijl de verpleegsterhaai na twee jaar niet gedetecteerd op de Saba Bank opdook voordat ze weer terugkeerde naar Saba. Een gezenderde verpleegsterhaai uit een andere studie van de Amerikaanse Maagdeneilanden werd waargenomen in het netwerk op de Saba Bank, een afstand van minstens 160 kilometer.
Belang van beschermde gebieden
Zowel de BRUV- als de akoestische telemetrie onderzoeken toonden meer haaien binnen beschermde gebieden dan onbeschermde gebieden. De gezenderde haaien bleven trouw aan kleine leefgebieden. Daarnaast werden ook enkele bewegingen over langere afstanden tussen verschillende riffen waargenomen. We beginnen nog maar net de connectie tussen deze gebieden te begrijpen. Het doorlopende akoestische telemetrie onderzoek (gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)) zal hierover meer gegevens verzamelen. Daarom zijn lokale mariene parken niet alleen cruciaal voor de bescherming van haaien en roggen, maar grotere beschermingsnetwerken, zoals het Yarari Reservaat dat alle wateren van Bonaire, Saba en Sint Eustatius bevat, ook van groot belang voor de bescherming van hele populaties.
Meer informatie
Lees voor meer informatie het artikel 'Diversity, abundance, distribution and habitat use reef-associated sharks in the Dutch Caribbean' (pdf: 2,9 MB).
DCNA's SOS-project is gefinancierd door de Nederlandse Postcode Loterij. De andere onderzoeken werden gefinancierd door de Nederlandse overheid en Global Finprint.
Tekst: DCNA & Erwin Winter, Wageningen Marine Research
Foto's: Melanie Meijer zu Schlochtern (leadfoto: Caribische rifhaai in het Man of War Shoal Marine Park, Sint Maarten); Hans Leijnse, SHAPE/DCNA