Boomleeuwerik: een vroege voorjaarsbode
Sovon Vogelonderzoek NederlandDit is de tijd waarin de eerste boomleeuweriken terugkeren uit de overwinteringsgebieden, die niet verder reiken dan Zuidwest-Europa (en voor kleine aantallen: de duinen van West-Nederland). De aankomst kan snel gaan of vertraging oplopen, afhankelijk van het weer. Ditmaal leken rond 1 maart al veel territoria bezet te zijn; in andere jaren is dat weken later.
Gedrag verraadt status
Het is niet moeilijk om te zien of mannelijke boomleeuweriken een partner hebben of niet. Ongepaarde mannen zingen in grote cirkels hoog in de lucht, vaak lang achter elkaar. Gepaarde mannen zingen veelal vanuit een boomtop en als ze het in een rondvlucht doen, dan kort en in lage vlucht. Is er een tweede vogel in de buurt die zwijgzaam is of alleen melodieuze roepjes laat horen en getolereerd wordt door de zanger, dan weet je genoeg: een paartje!
Boomleeuwerik (filmpje: Natuurdigitaal.nl)
Heide en duin
De circa 4.500 broedparen die ons land rijk is, geven extra stemming aan heide en duin. Als zulke landschappen niet te eenvormig zijn, kunnen er gemakkelijk twee tot vijf broedparen per vierkante kilometer huizen. Een klein deel van de boomleeuweriken kiest kapvlaktes en jonge aanplant in bossen uit, een nog kleiner deel agrarisch gebied op de hoge zandgronden. In het laatste geval gaat het vaak om vestigingen op maisstoppels langs zandwegen die na de eerste grondbewerking verdwenen zijn.
Intrigerende trends
Als geheel is de Nederlandse broedpopulatie in de afgelopen dertig jaar ongeveer verdubbeld. Er bestaan echter opvallende verschillen per landschapstype. In het oosten en zuiden van het land namen de aantallen op heide aanvankelijk sterk toe, profiterend van heideherstel. Sinds de eeuwwisseling is de vaart eruit, in tegenstelling tot de duinen waar de toename later begon maar nog aanhoudt. Het streven naar open, stuivende duinen levert deze liefhebber van zandige plekken geen windeieren op.
Gevoelige soort?
De stagnatie op de zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland is lastig te verklaren. Vergrassing en vermossing van heide als gevolg van atmosferische depositie is ongunstig voor een soort die zijn voedsel uit de zandige bovenlaag haalt. Maar er speelt meer. Zo drukt intensieve schapenbegrazing op heide het broedsucces, blijkt onder meer uit studies in Vlaanderen. En op Planken Wambuis kenden boomleeuweriken op voor recreanten opengestelde delen slechtere broedresultaten dan vogels in het afgesloten gedeelte.
Tekst: Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Filmpje: Natuurdigitaal.nl