Nieuwe zuidelijke landslak in Nederland: de Gevlekte grasslak
Nederlandse Malacologische Vereniging, Stichting ANEMOONDuin- en grasslakken in Nederland
In een eerder natuurbericht werd melding gemaakt van vier nieuwe soorten weekdieren voor de Nederlandse fauna. Eén daarvan is een terrestrische - landbewonende - huisjesslak uit de groep der duin- en grasslakken. De Nederlandse fauna omvat meerdere soorten van deze groep, respectievelijk uit de geslachten Cernuella, Candidula en Xerotricha. Zoals de Nederlandse namen aangeven, komen veel van deze soorten voor in open, min of meer zonbeschenen, grasachtige vegetaties. Je komt ze dan ook vaak tegen in duingebieden en op vergelijkbare plaatsen. De slakken hebben samengedrukte tot vrijwel platte, kegelvormige huisjes. Meestal is daarop een grijswitte tot geelgrauwe basiskleur aanwezig, waarop al dan niet onderbroken bruinrode tot zwartbruine dwarsbanden aanwezig zijn en/of een gevlekt patroon van donkerdere vlekken. Opvallend is dat zeer veel zuidelijke soorten omhoog kruipen in plantenstengels en langs hard substraat wanneer 's zomers de bodem uitdroogt en te warm wordt. Zo 'overzomeren' ze dan hoog boven de grond, vastgeplakt met een verhard slijmlaagje in de mondopening van het huisje. Alleen bij regen en stevige dauw gaan ze aan de wandel. In warmere streken als in het mediterrane gebied, waar de meeste van deze soorten hun oorsprong hebben, zie je hetzelfde.
Vroeger niet, tegenwoordig wel
Net als nu kwamen ook vroeger slakken en/of eieren uit zuidelijker streken naar Nederland, daarbij vaak onbewust geholpen door de mens. Ze liftten bijvoorbeeld mee met kampeermateriaal, het spoor, auto's, of met tuinplanten en ander materiaal. Meestal wisten zulke exemplaren hoogstens tijdelijke populaties te vormen. Na strengere winters was het snel afgelopen. De laatste decennia zien we daarentegen meer en meer zuidelijke soorten die na invoer wél 'aanslaan'. Sommige zuidelijke soorten weten ook op een meer natuurlijke manier onze kant op te komen, vaak het eerst via de vegetatie in de kuststrook. Het ligt voor de hand bij deze uitbreidingen in noordwaartse richting te denken aan het opwarmingseffect, met name de mildere winters.
De Gevlekte grasslak in Nederland
Voordat ze hun (kruip-)voet permanent op de Nederlandse bodem zetten, kwamen meerdere zuidelijke opschuivers al in het noorden van Frankrijk en soms zelfs in België voor. In 2005 werd bij het Kennemermeer in IJmuiden de Behaarde grasslak (Xerotricha apicina) ontdekt. Deze soort hoort niet tot het geslacht Cernuella of Candidula, maar tot een ander verwant geslacht: Xerotricha. Van ditzelfde geslacht is nu een tweede soort op de Nederlandse faunalijst bijgeschreven: de Gevlekte grasslak (Xerotricha conspurcata). Het eerste exemplaar van deze nieuwe Nederlandse soort werd gevonden op 11 september 2016 bij Cadzand-Bad in Zeeuws-Vlaanderen. De vindplaats ligt aan de binnenzijde van de voet van de duinenrij, in een deels beschaduwde, kruidenrijke, ruige vegetatie met jonge bomen en struiken en een kleine poel. Het betrof één levend exemplaar. In oktober 2017 werden vervolgens meerdere dieren waargenomen op een locatie die tweehonderd meter oostelijk daarvan ligt. Hier leven de slakken op en bovenaan betonnen keermuren, nabij een parkeerplaats.
Herkenning (uiterlijk van het huisje)
Niet alle duin- en grasslakken zijn in één oogopslag van elkaar te onderscheiden aan de vorm van het huisje. De beide Nederlandse soorten van het geslacht Xerotricha vallen op omdat ze als enige haartjes op de buitenkant van de schelp hebben (tricha = haar). Er zijn in ons land maar weinig andere slakken die dat ook hebben. Geen daarvan behoort tot de duin- of grasslakken. De nieuwe soort kan daardoor alleen verward worden met de Behaarde grasslak. Het huisje daarvan is overwegend roomwit, met kleinere, donkere vlekjes. Dat van de Gevlekte grasslak heeft veel grovere, donkerbruine vlekken. Ook zijn de haartjes op de schelp van de Gevlekte grasslak gemiddeld grover, terwijl bovendien de navel aan de onderzijde van het huisje gemiddeld nauwer is. Deze neemt ongeveer een zesde deel van de schelpbreedte in, tegen een kwart bij de Behaarde grasslak. Beide soorten maken geen interne verdikking onder in de mondopening (Cernuella- en Candidula-soorten wel).
Oorspronkelijke verspreiding en introductie in Nederland
De Gevlekte grasslak kwam oorspronkelijk alleen in het westelijke mediterrane gebied voor, maar heeft zich in historische tijd ook over het oostelijke mediterrane gebied verspreid.
Hier leeft de soort onder stenen en op de grond onder dichte vegetatie, vaak in scheuren van muren en in aan de zon blootgestelde biotopen. Het Nederlandse voorkomen sluit niet aan op het bekende verspreidingsgebied, het ligt aanzienlijk noordelijker. Van het tussenliggende gebied zijn slechts enkele geïsoleerde waarnemingen bekend. Het ligt voor de hand aan te nemen dat de dieren bij Cadzand-Bad door menselijke activiteit geïntroduceerd zijn. Zo is in de omgeving een Italiaans restaurant aanwezig, zodat import via voertuigen of goederen uit Italië niet kan worden uitgesloten. Maar de soort lift ook gemakkelijk mee op andere materialen. In Duitsland bleek het dier bijvoorbeeld aanwezig bij bedrijven die Italiaanse steensoorten verwerken.
Meer informatie
In de tijdschriften Basteria en Spirula van de Nederlandse Malacologische Vereniging verschenen artikelen met meer uitgebreide info over de Gevlekte grasslak en de ontdekking in Nederland. Zie aldaar voor een verdere vergelijking van het huisje met dat van de Behaarde grasslak. De determinatie werd bevestigd door anatomisch onderzoek, uitgevoerd door W.J.M. Maassen.
Tekst: Stef Keulen, Stichting ANEMOON en Nederlandse Malacologische Vereniging
Foto's: Stef Keulen (leadfoto: Gevlekte grasslak (Xerotricha conspurcata) van Cadzand-bad)