Geelsterrenhoogtijd

FLORON
13-MRT-2018 - Het is alweer half maart, de temperaturen lopen op en daar profiteren onze vroege voorjaarsbloeiers van. Zo ook de geelsterren met hun kenmerkende stervormige gele bloemen en grasachtige bladeren. Wacht niet te lang met zoeken, want als het voorjaar echt begint zijn deze gele parels alweer verdwenen.

De zaden van weidegeelster zijn mierenbroodjes; een delicatesse voor mierenIn ons land komen vijf soorten geelsterren voor. Dit zijn weidegeelster (Gagea pratensis), akkergeelster (Gagea villosa), schedegeelster (Gagea spathacea), bosgeelster (Gagea lutea) en spitse geelster (Gagea minima). Spitse geelster is zeer zeldzaam en maar op één locatie bekend in Nederland. Geelsterren zijn bolgewassen en vermeerderen zich met zowel ondergrondse als bovengrondse broedbolletjes (verspreidt door bijvoorbeeld rivierwater) of met zaden in zogeheten mierenbroodjes (zaden worden dan verspreidt door de mieren).

Bij een zachte winter zijn de rozetten van weide- en akkergeelster al in december te vinden en bloeien de geelsterren al vrij vroeg in het voorjaar. Veelal groeien geelsterren samen met speenkruid (Ficaria verna), die al net zo geel bloeit. 

Door hun groeiwijze en sporadische, vroege en korte bloei is het moeilijk om geelsterren te vinden. Zonder de gele bloemen worden ze met die slappe grasachtige bladeren vrij snel over het hoofd gezien. Ze zijn dan wel aanwezig, maar alleen vegetatief.

Vegetatief vallen geelsterren amper op door de grasachtige sprieten, zoals hier bij schedegeelster in het bos

Geelsterren zijn gebonden aan het rivierengebied (weidegeelster en akkergeelster) en/of aan een beekdalsysteem (bosgeelster en schedegeelster). In Gelderland komen de meeste geelsterren voor. Ze worden daar geïnventariseerd door Berglinde B.V. Uit die inventarisaties blijkt dat de populaties van geelsterren het zwaar te verduren hebben en zelfs op veel plekken verdwijnen. Er zijn bijvoorbeeld veel groeiplekken van akkergeelster verdwenen.

De achteruitgang is deels te verklaren doordat geelsterren vaak op plekken groeien die sterk onder invloed staan van menselijke activiteiten. Ze groeien veelal binnen de bebouwde kom en dus vrij weinig in beschermde natuurgebieden. Geelsterren komen voor in grasperkjes, oude akkertjes, begraafplaatsen (dodenakkers), tuinen van landgoederen en kastelen, oeverwallen langs rivieren en wegbermen. Door ongewenst vroeg beheer, overvloedig herbicidegebruik, herinrichting van tuinen of terreinen en door het kappen van oude bomen kan zo'n omgeving verstoord worden. Akkergeelster verdwijnt veelal na het kappen van bomen. Door bewustwording van de aanwezige zeldzame geelsterren, kan eenvoudig rekening gehouden worden met de groeiomstandigheden en kan men het beheer daarop afstemmen.

Weidegeelster op een oude maïsakker

Ga op een zonnige dag in maart of begin april de uitdaging eens aan om bloeiende geelsterren te vinden. Weidegeelster is bijvoorbeeld goed te bewonderen in de grasperkjes bij het gemeentehuis van Bemmel en in de graslanden bij Cortenoever. In Zutphen en Deventer komen weide- en akkergeelster regelmatig voor in de aanwezige parken en begraafplaatsen. Bosgeelster is bijvoorbeeld mooi te bewonderen op de slotheuvel van Bronkhorst. Schedegeelster is te bewonderen op landgoed Coendersborg in Groningen.

Wacht alleen niet te lang, want als het echte voorjaar begint zijn de geelsterren alweer verdwenen.

Tekst: Nienke Torensma, FLORON; Benno ter Linde, Berglinde B.V.
Foto’s: Louis-Jan van den Berg en Benno ter Linde, beiden Berglinde B.V.