Komt dat zien: spreeuwenwolken
Vogelbescherming NederlandSpreeuwen zijn middelgrote, zwarte zangvogels. In de herfst en in de winter zijn spreeuwen een echt plaatje om te zien. De uiteinden van hun dekveren zijn dan wit, wat de vogels een mooi gespikkeld kleed oplevert. Die spikkels verdwijnen in de winter langzamerhand, omdat de veren slijten. Er blijft dan een zwarte vogel met groenige of paarsige glans over. Een soort metallic-look dus. Jonge vogels zijn het eerste jaar muisgrijs.
Alle spreeuwen verzamelen
Na de broedtijd verzamelen de spreeuwen zich voor de winter. In deze tijd van het jaar komen spreeuwen uit koudere streken als Scandinavië en Oost-Europa naar ons land om hier te overwinteren. Onze eigen ‘Hollandse’ spreeuwen zijn hier nog even met hun jongen. Over een paar weken trekt een deel hiervan weg, bijvoorbeeld richting Engeland en Frankrijk. En dat betekent dat er nu een recordaantal spreeuwen in ons land is.
Al die spreeuwen zwerven overdag in kleine groepjes rond, op zoek naar eten. Maar slapen doen ze in grote groepen, want dat is een stuk veiliger. Vlak voor bedtijd, rond zonsondergang, trekken ze in enorme zwermen richting hun slaapplaats. Met de rode lucht op de achtergrond vormen de spreeuwen fantastische figuren in de lucht, net een balletvoorstelling. Duizenden, tienduizenden en in uitzonderlijke gevallen zelfs meer dan honderdduizend spreeuwen dansen door de lucht. Er is geen leider in de groep, niemand bepaalt de richting. Ze houden simpelweg hun buren in de gaten en vliegen met hen mee. Zo zorgen ze dat ze niet alleen achter blijven en ze niet door een roofvogel worden gegrepen.
Euro BirdWatch
Wie er de komende weken, bijvoorbeeld tijdens de internationale vogelteldag op zaterdag 30 september, opuit trekt komt ze zeker tegen! De spreeuw staat standaard in de top-drie na deze teldag. Zo werden er in 2014 maar liefst 488.680 spreeuwen op één dag geteld!
Op de website van Vogelbescherming staat een overzicht met tellocaties en een overzicht waar de kans groot is een spreeuwenwolk te zien.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Shutterstock; Albert de Jong