Heeft u boomblauwtje in de tuin?
De VlinderstichtingAls je nu, in het voorjaar, een blauwtje ziet is het vast en zeker het boomblauwtje. Als dit ook nog middenin een stad of dorp is dan kan het haast niet anders, want andere soorten blauwtjes kom je daar niet tegen. Vanaf eind maart kun je boomblauwtjes te zien krijgen. Dit jaar was de eerste melding via Waarneming op 13 maart, maar daarna werd hij pas weer in april gemeld. Inmiddels worden er op een goede dag meer dan honderd doorgegeven. Het icarusblauwtje, een ander veel voorkomend blauwtje, zien we pas in de loop van mei verschijnen. Deze zul je in een stadstuin niet snel te zien krijgen. Hij heeft voorkeur voor bloemrijk grasland en zit in bermen, industrieterreinen en in natuurlijk beheerde parken in de stad, maar vooral daarbuiten. Het is niet moeilijk deze twee uit elkaar te houden als je ze ziet zitten, want icarusblauwtjes hebben grote zwarte stippen die licht omrand zijn en ook duidelijke oranje tekening. Het boomblauwtje heeft een zilvergrijze onderkant zonder oranje tekening met daarop heel kleine ‘inktspatjes’.
Boomblauwtjes komen in het hele land voor, als er maar bomen en struiken zijn. Zelfs in het open polderland kun je ze vinden, als je bijvoorbeeld bij erfbeplanting van boerderijen zoekt. Vroeger heette hij vuilboomblauwtje en vuilboom (Rhamnus frangula) is inderdaad een van de waardplanten waarop de rupsen kunnen overleven, maar er zijn er veel meer. De rupsen leven op tal van soorten bomen, struiken en heesters en ook wel op hoge, stevige kruiden zoals kattenstaart. Voorwaarde is wel dat er bloemknoppen aan zitten, want daar zijn ze dol op. Boomblauwtjes hebben twee en soms drie generaties per jaar. De vrouwtjes die nu vliegen gaan op zoek naar waardplanten die nu bloemknoppen hebben en dat zijn, naast inderdaad vuilboom, ook hulst en wegedoorn. De vlinders van de volgende generatie die in augustus vliegt moeten op zoek naar andere soorten, want deze hebben dan geen bloemknoppen meer. Gelukkig is er dan volop klimop te vinden en op deze plant worden in het najaar de meeste eitjes afgezet. De rupsen leven eerst in de bloemknop en komen volgroeid naar beneden om in de strooisellaag als pop te overwinteren. De komende weken kunt u in de tuin nog boomblauwtjes te zien krijgen. Als u ze vindt, geef ze dan door via de Jaarrond Tuintelling.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting