Nog twintig soorten nachtvlinders actief

De talrijkste soort is kleine wintervlinder, waarvan er bijna 200 meldingen zijn deze maand op Waarneming en Telmee. Meestal gaat het maar om een of enkele vlinders bij elkaar, maar als mensen echt gaan zoeken kunnen ze er ook zo tien, twintig, honderd of zelfs wel honderden op een avond zien. Zo leverde een zoektocht in de duinen bij Castricum op 3 december meer dan duizend kleine wintervlinders op. Lees hier een eerder natuurbericht over deze soort.

De grote wintervlinder wordt ook zeer regelmatig gemeld, maar de aantallen hiervan zijn nooit zo groot als van zijn kleine broertje. Vaak gaat het om een of enkele exemplaren bij elkaar. Grote wintervlinders worden vooral gezien bij lichtbronnen zoals buitenlampen, verlichte abri’s of flatgalerijen. Daar worden ook gamma-uil, agaatvlinder en andere nachtvlinders nog wel bij gevonden.

Grote aantallen nachtvlinders kun je nu zien als je stroopt of smeert. Dit houdt in dat je tegen zonsondergang een zoete stof op bomen of andere ondergrond aanbrengt en die vervolgens later op de avond controleert. Er zijn nachtvlinders, met name van de familie van de uilen, die hier verzot op zijn. Hoewel het hier meestal ook maar om een of enkele vlinders gaat kun je ook grote aantallen tegenkomen. Zo hadden Marcel Prick en Anton Cox in Zuid-Limburg op 7 december maar liefst 308 bosbesuilen op smeer en werden er in het Noordhollands Duinreservaat op 3 december door Luc Knijnsberg, John van Roosmalen en Marcel Kok 187 geteld. Op diezelfde avond hadden ze daar in de duinen ook 46 zwartvlekwinteruilen en 70 wachtervlinders op hun gestroopte plekken. Een hele belevenis om zoveel vlinders op een decemberavond tegen te komen. Zolang de temperatuur zo hoog blijft zullen de vlinders nog actief blijven. Flinke (nacht)vorst zit er voorlopig nog niet in, dus als je nog flink vlinders wilt zien: ga stropen!

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: zwartvlekwinteruil)