Hengelaars en wespvlinders
NatuurpuntHoewel de rupsen van de elzenwespvlinder ook in jonge berkjes worden aangetroffen, leven ze vooral in jonge elzen. Hun ontwikkeling is meestal gespreid over drie kalenderjaren. Eitjes die gelegd worden in de zomer, komen al snel uit. Nog datzelfde jaar vreten de rupsen een gang uit vlak onder de schors, dicht bij de wortels van de waardplant. De houtpulp die hierbij ontstaat, wordt samen met de uitwerpselen in korrelvorm door een klein gaatje naar buiten gewerkt. Omdat elzenhout bruinrood kleurt na blootstelling aan de lucht, hebben deze korrels dezelfde kleur.
Het jaar daarop worden de voorbereidingen getroffen om als vlinder de waardplant te kunnen verlaten. Hiervoor knagen de rupsen een opwaartse gang in het boomstammetje, die tijdens het derde jaar zal eindigen in een uitkruipgat. Dit alles doen ze het liefst in dunne boompjes. Waar elzenbestanden verouderen en verdikken, verdwijnt de elzenwespvlinder onherroepelijk. Hij geldt dan ook als een pionierssoort onder de wespvlinders, waarvan populaties regelmatig gedwongen worden te verhuizen.
Pas uitgeslopen elzenwespvlinder (foto: Ruben Meert)Onder bepaalde omstandigheden kunnen elzenwespvlinders zich toch vele jaren handhaven op dezelfde locatie. En daar komt de hengelsport in het verhaal: door hun drijvende zaden vestigen elzen zich namelijk makkelijk aan de oevers van visvijvers. Omdat in bomen aan de waterkant visdraden en dobbers hopeloos verstrikt kunnen geraken, worden de elzen door hengelaars regelmatig tot vlak boven het maaiveld ingekort. Het volgende jaar schieten de stronken echter gewoon terug op. En dat is wat de elzenwespvlinder nodig heeft: verse, dunne elzenstammetjes. Met soms hoge dichtheden tot gevolg: er zijn visvijvers bekend waarbij in nagenoeg elke elzenstronk meerdere larven van deze soort werden aangetroffen.
Wie zelf op zoek wil naar rupsen van de elzenwespvlinder speurt in deze periode van het jaar best elzenstronken met jonge scheuten langs vijvers en kanalen af. Bemerk je aan de voet bruinrode korrels, dan is de kans groot dat zich daar een elzenwespvlinder-in-wording schuilhoudt. Wespvlinderrupsen zelf kan je herkennen aan de twee gebogen kransen van haakjes onderaan de buikpoten.
Tekst: Theo Garrevoet (VVE) en Ruben Meert (IWG Voelspriet)
Foto’s: Ruben Meert