September is kleine vuurvlindermaand
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Veel vlindersoorten met maar één generatie vliegen in de zomer, en soorten met meer generaties per jaar hebben vaak een voorjaars- en een zomergeneratie in juli-augustus. De kleine vuurvlinder heeft drie generaties en juist die in september is vaak het grootst.
De kleine vuurvlinder is een algemene soort in Nederland. Hij is verspreid in het hele land te zien en zit zowel in droge als in natte situaties. Hoewel overal te zien, is het geen soort van tuinen. De kleine vuurvlinder heeft een voorkeur voor bloemrijk grasland en heide. Zo is de vlinder bijvoorbeeld veelvuldig aan te treffen in wegbermen.
Opvallend van de kleine vuurvlinder is dat de hoogste aantallen over het algemeen in september worden gezien. De voorjaarsgeneratie, die vooral in mei vliegt, is vaak de kleinste, de zomergeneratie in juli-augustus is al groter en de laatste jaren is de kleine vuurvlinder in de derde generatie in september het meest talrijk. Vroeger (voor 1980) was dit niet zo. Toen was er heel af en toe een grote septembergeneratie, maar was de soort normaal gesproken in juli-augustus het meest aanwezig.
Dit heeft waarschijnlijk te maken met klimaatverandering. Door de net iets hogere temperatuur gaat de ontwikkeling sneller en kunnen er meer vlinders in het najaar vliegen. Ook nu wordt de kleine vuurvlinder veelvuldig gemeld via de invoerportalen Waarneming en Telmee en dat kan nog enkele weken doorgaan, want de kleine vuurvlinder is nog tot ver in oktober te zien. Als je hem wilt tegenkomen moet je op zoek naar plekken waar nog bloeiende kruiden aanwezig zijn. Op de heide, op plekken waar struikheide nog bloeit, kun je ze nog vinden en in wegbermen die in juli of begin augustus zijn gemaaid en waar nu al weer flinke hergroei en nabloei is. Ze zitten op allerlei nectarplanten en zijn niet erg kritisch. Nu worden ze onder andere gezien op knoopkruid, akkerdistel, duizendblad en op gele composieten zoals biggenkruid.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting