Voor het eerst een heideblauwtje in november
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De eerste week van november heeft veel vlinderwaarnemingen opgeleverd. Naast de gebruikelijke late gasten, die nu nog meer aanwezig waren dan normaal, was er ook een melding van heideblauwtje. Deze vlinder is nog nooit zo laat in het jaar waargenomen.
Vooral aan het begin van de week zijn er erg veel dagvlinders gezien. In totaal zijn maar liefst 19 verschillende soorten dagvlinders doorgegeven aan Waarneming en Telmee. De atalanta werd het meest gemeld, maar ook zijn er veel klein koolwitjes en dagpauwogen gezien.
De opvallend hoge temperaturen hebben daar mee te maken, maar voor vlinders is vooral de aanwezigheid van de zon van belang. Dagvlinders vliegen optimaal als ze een graad of 30 zijn en dat kan momenteel alleen door extra warmte te gebruiken van de zon. De vleugels fungeren als natuurlijke zonnecollector en de warmte wordt naar het lijf geleid, waarin de spieren zitten. Zelfs als de temperatuur (zoals deze week in Maastricht) 20 graden is zullen vlinders nauwelijks actief zijn als er geen zon schijnt. Zodra deze door de wolken prikt zie je binnen een minuut de vlinders al vliegen. Ze kunnen zeer effectief gebruik maken van de zonnestralen.
Naast de overwinteraars, die nu nog wat extra energie verzamelen voor ze hun winterslaap in gaan, zoals dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en citroenvlinder, zijn er nog veel soorten gezien die normaal gesproken in de loop van oktober sterven. Doordat zware nachtvorst nog uitblijft en door de volop aanwezige zon kunnen ze nog actief zijn. Dit is vrij normaal, zeker de laatste jaren nu we de gevolgen van klimaatverandering zien. Het gaat bijvoorbeeld om de koolwitjes en de kleine parelmoervlinder. De melding van een sint-jacobsvlinder, een overdag actieve nachtvlinder, was verrassend. Deze vliegt normaal gesproken van april tot half augustus en dat Sander Pruiksma een zo te zien kakelvers exemplaar vond op 2 november is uitzonderlijk. Er zijn trouwens wel andere jaren bekend dat er in oktober en november sint-jacobsvlinders werden gezien, vooral in 2007 was dit het geval.
Voor het heideblauwtje was het voor het eerst dat er een vlinder in november werd gemeld. Jan Katsman had in oktober nog regelmatig een heideblauwtje gezien in het Leersumse veld. Deze melding op 2 november is een latertje van de extra generatie die het heideblauwtje dit jaar had.
Als er nog zonnige dagen komen deze maand en forse nachtvorst uitblijft, kunnen we nog veel meer dagvlinders verwachten.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Sander Pruiksma, Jan Katsman & Kars Veling