Ortolaan: vergane glorie trekt voorbij
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]
Augustus en september zijn de maanden dat ortolanen op trek langskomen. Vergane glorie op trek, kun je wat melancholisch stellen. Ortolanen zijn sterk afgenomen in Europa en in Nederland zit broeden er sinds de eeuwwisseling niet meer in. Deze afname zien we terug in trektellingen en losse waarnemingen.
In 1984 bracht Maarten ’t Hart de novelle De Ortolaan uit. Een boekje waarin deze gors met z’n subtiele groen- en bruintinten symbool staat voor een onbereikbare liefde. Dat was in de tijd dat de ortolaan nog voorkwam als broedvogel in Nederland. Enkele tientallen paartjes broedden toen nog in de Achterhoek en Noord-Limburg. Na 2003 zijn er geen broedparen meer gemeld in Nederland. En dus kun je de ortolaan hooguit tijdens de trek in het voor- en najaar tegenkomen. Vogelaars zijn erg blij als ze er eentje voorbij zien vliegen en helemaal als er een aan de grond zit. Eind augustus en de eerste weken van september zijn dé periode om een ortolaan te zien.
Vooral langs de kust
Voor een uitgebreidere analyse die binnenkort in Sovon Nieuws verschijnt bekeken we gegevens van Trektellen.nl, Waarneming.nl en het BSP-project van Sovon. In totaal bleven er 3729 waarnemingen en tellingen over. Daaruit blijkt dat 45% van de waarnemingen in de maand september wordt gedaan. Het blijken vooral waarnemingen van overvliegende exemplaren te zijn; tweederde van de gemelde ortolanen vliegt langs. Dat gaat dan ongeveer zo: je ziet een forse, slanke zangvogel met een wat lange staart in een licht golvende vlucht. De trektroepjes geven daarbij vaak de doorslag: een paar korte, heldere stootjes, zoiets als ‘tiep, tup, tup’. Vooral op trektelposten langs de kust worden ortolanen gemeld, maar je kunt ze overal in Nederland treffen.
Afname
Dat er steeds minder ortolanen langstrekken, blijkt wel als we naar de gegevens van Trektellen.nl kijken. Gemeten vanaf 2000 nemen de aantallen per geteld uur af. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat exemplaren die door Nederland komen waarschijnlijk grotendeels uit Zweden komen, waar de populatie na 1998 met 60% afnam. Ook elders in Scandinavië gaat het ronduit slecht en in West-Duitsland is de soort ook bijna verdwenen. Wat is dat toch met soorten die in de boektitels van Maarten ‘t Hart voorkomen, zou je bijna gaan denken. Ortolaan, regenwulp, ransuil….
Tekst: Arjan Boele en Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Pierre Dalous, CCA-SA licentie