Vijf nieuwe springstaarten in het Drents-Friese Wold
EIS Kenniscentrum InsectenBericht uitgegeven door EIS Kenniscentrum Insecten [land] op [publicatiedatum]
Tijdens een inventarisatie van het Drents-Friese Wold werden maar liefst vijf nieuwe soorten springstaarten voor ons land gevonden, 19 soorten die nog niet eerder voor de provincie Fryslân waren gemeld en 15 soorten die nog niet voor de provincie Drenthe waren gemeld. Met deze vondst komt het aantal soorten springstaarten voor Nederland op 249! Leden van de Nederlandse Entomologische Vereniging, waar insectenliefhebbers elkaar tegen komen, identificeerden vorige zomer 1329 soorten insecten en andere ongewervelden in verschillende terreinen van het Drents-Friese Wold. Recent verscheen een artikel over de insecten van het Drents-Friese Wold bij Appelscha in Entomologische Berichten.
Springstaarten vormen een soortenrijke groep. Ze komen overal voor, van de hoogste gletsjers tot diep in grotten. In Nederland zijn ze vooral te vinden in bladstrooisel, maar ze leven ook hoog in de boom op of onder schors en diep in de bodem. Hier leven ze van schimmels, bacteriën, haarwortels, afgestorven plantendelen, pollen en algen. Sommige soorten roven eieren van ander bodemdieren of leven van minuscule insecten.
Springstaarten zijn kleine dieren die vooral leven van schimmels die groeien op afgestorven blad. Ze zijn 0,5 tot 7 millimeter groot en hebben net als insecten zes poten. Springstaarten hebben echter geen vleugels, ze kunnen wel flink springen met behulp van een ‘springvork’ die onder het lichaam zit en die ze kunnen uitklappen waardoor ze gelanceerd worden. Zo ontsnappen ze aan rovers.
Ondanks dat springstaarten erg algemeen zijn, zijn er maar weinig mensen die ze bestuderen. Vandaar dat tijdens gericht onderzoek relatief gemakkelijk nieuwe soorten voor ons land gevonden kunnen worden. De in Noord-Nederland gevonden nieuwe soorten zijn: Ceratophysella scotica, Isotomurus unifasciatus, Pachyotoma crassicauda, Isotoma caerulea en Proisotoma subminuta. De eerste drie soorten zijn te vinden in vochtige heide met plaatselijk plasdras-situaties. De laatste twee soorten leven veel droger, en zijn gevonden op kapvlakten en langs het stuifzandgebied Aekingerzand.
Tekst: Matty P. Berg, Vrije Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen & EIS Kenniscentrum Insecten
Foto’s: Matty Berg; Jan van Duinen