Droogte in Senegal: weinig voedsel maar veel Grauwe Kiekendieven
Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsBericht uitgegeven door de Werkgroep Grauwe Kiekendief [land] op [publicatiedatum]
Grauwe Kiekendieven zijn langeafstandstrekkers, die overwinteren in de Sahel waar ze voornamelijk sprinkhanen eten. In de Sahel veranderen de omstandigheden nog sterker dan hier: er komen steeds meer mensen en vee, waardoor bomen verdwijnen en de savanne overbegraasd raakt.
Twee reizen naar Senegal deze winter laten zien dat het er nu uitzonderlijk droog is, dat er heel weinig sprinkhanen zijn, maar ook dat we op een slaapplaats een recordaantal van ruim 4.000 Grauwe Kiekendieven bij elkaar vonden. Hieronder volgt een verslag van de eerste reis naar Senegal, en een verklaring voor deze paradox van weinig voedsel, maar veel kiekendieven.
Grauwe Kiekendieven zijn langeafstandstrekkers die overwinteren in de Sahel waar ze voornamelijk sprinkhanen eten. Deze ranke roofvogels broeden in agrarische gebieden van Europa, maar aantallen nemen snel af. Om een beter inzicht te krijgen in de oorzaak van de afname, onderzoeken we de kiekendieven niet alleen in Nederland maar ook in de Sahel.
Kiekendieven zijn in de winter het best te tellen op slaapplaatsen, waar ze soms met enkele exemplaren en soms met duizenden samenkomen. Het vinden van een slaapplaats is niet altijd gemakkelijk, maar tijdens onze eerdere reizen in Niger, Mali, Burkina Faso en Senegal werden we enorm geholpen door naar plekken te gaan waar onze kiekendieven met satellietzenders zaten. Sinds januari 2006 hebben we circa veertig slaapplaatsen gevonden tussen Lake Chad en Dakar, en tienduizenden Grauwe Kiekendieven, een paar duizend Bruine Kiekendieven en tientallen Steppekiekendieven tijdens de avondschemering in zien vallen.
Tussen 15 januari en 5 februari 2015 vonden we in het centrale deel van Senegal elf slaapplaatsen, waar we maxima van 4040 Grauwe, 507 Bruine en 3 Steppekiekendieven aantroffen. We wisten twee van onze zendervogels op te sporen (een Groningse en een Britse broedvogel), en verzamelden op de slaapplaatsen braakballen om uit te vinden wat de kiekendieven hadden gegeten. Naar schatting hebben we nu 75.000 prooiresten verzameld in de periode 2006 tot en met 2015, en krijgen een steeds beter beeld van wat de vogels zoal eten en hoe dit samenhangt met voedselaanbod.
Grootste slaapplaats van Grauwe Kiekendieven in Senegal ooit gezien door onderzoekers van Werkgroep Grauwe Kiekendief (film: Ben Koks)
De grootste slaapplaats van de Grauwe Kiekendief die onze onderzoeksgroep ooit zag, bevond zich in Khelcom, centraal Senegal, en telde meer dan 4.000 individuen. Grote slaapplaatsen zijn ondermeer bekend van Guarat, India (jaren ’90) en eveneens Senegal (Mbour in 1991 en Khelcom in 2007-2009).
Doorgaans worden grote aantallen geassocieerd met ‘het zal wel goed zitten’. We betwijfelen of dit hoge aantal kiekendieven bij elkaar een goed teken is voor de kiekendieven. In dit gebied heeft zich 25 jaar geleden een grote verandering voltrokken toen in enkele weken tijd naar schatting twee tot vier miljoen bomen zijn gekapt, waardoor er een kunstmatige savanne ontstond. Lang leek de situatie relatief stabiel, een grote grasvlakte met her en der landbouw (pinda’s) en herders die voornamelijk aan de randen van dit gebied koeien en schapen lieten grazen. De religieuze Mouribe-leiders die nu met harde hand over het gebied regeren, kiezen echter voor de tactiek van de verschroeide aarde om de veehoeders weg te houden. Tienduizenden hectares (ca. 25% van het hele gebied) worden jaarlijks gebrand.
Grauwe Kiekendieven leven van sprinkhanen en sprinkhanen leven van planten. De droogte van 2014 heeft geleid tot veel minder planten en dus minder sprinkhanen. Gebieden waar de plantengroei al spaarzaam was, zijn inmiddels geheel leeggegeten door het vee, en sprinkhanen zijn daar zo goed als verdwenen. We vermoeden dan ook dat het recordaantal op de slaapplaats een concentratie is van kiekendieven op de weinige min of meer geschikte plekken.
Van 12 maart tot 4 april is een vierde expeditie onder leiding van promovenda Almut Schlaich actief in Senegal. Deze expeditie is vooral bedoeld om te meten hoe de voedselsituatie in de loop van de winter verandert, en hoe kiekendieven hierop reageren. In de winter van 2013/2014 waren er veel sprinkhanen in Senegal, en nam het aantal met zo’n 90% af tussen januari en maart. Dit jaar zijn dezelfde gebieden geteld. In januari waren de aantallen sprinkhanen al veel lager dan in januari vorig jaar. Nu in maart zijn er nauwelijks nog sprinkhanen aanwezig. Uit analyse van de zenderdata blijkt dat individuen tussen januari en maart het aantal vlieguren bijna verdubbelen. Het lijkt er dus op dat ze harder moeten werken voor de kost.
Momenteel treft het onderzoeksteam in Senegal nog maar 5% aan van het aantal Grauwe Kiekendieven dat ze in januari zagen. Een groot deel lijkt dus onderweg te zijn naar Europa, maar kan ook naar een ander gebied zijn uitgeweken. Gelet op de slechte voedselsituatie in Senegal zou het kunnen zijn dat de sterfte gedurende de voorjaarstrek hoger is, en/of dat de vogels hier eind april in een matige conditie arriveren. Het inzichtelijk maken van de effecten van de omstandigheden in de wintergebieden op de overleving en reproductie later in het leven van de Grauwe Kiekendief, is één van de belangrijkste vragen die wij samen met de wetenschappers van de universiteiten van Groningen, Amsterdam, Lund en de Vogelwarte Helgoland hopen op te lossen. Dit moet betere kennis opleveren voor goede bescherming van de soort, zowel in Europa als in Afrika.
Tekst: Ben Koks, Werkgroep Grauwe Kiekendief & Christiaan Both, Rijksuniversiteit Groningen
Foto's: Ben Koks; Christiaan Both
Film: Ben Koks