Winter: beversporen zoeken

Bericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]

De winter is de beste tijd om beversporen te zoeken. Juist in de winter knagen ze aan struiken en bomen en is makkelijk te onderzoeken waar bevers leven. Ga zelf ook op pad met de gratis Zoekkaart Beversporen en geef je waarnemingen door.

In de 19e eeuw verdween de bever uit Nederland. Dankzij herintroducties in onder andere de Biesbosch, Gelderse Poort en langs de Maas keerde de bever terug in Nederland. Vanuit deze gebieden verovert de bever steeds grotere delen van Nederland. Vaak worden nieuwe vestigingen ontdekt door aanwezigheid van beversporen.

Knagend voordeel voor otter en blauwborst
Van alle grazers en knagers in Nederland is de bever het enige dier dat volwassen bomen in een mum van tijd kan vellen. In de Millingerwaard, in de Gelderse Poort, zijn plekken waar delen van oevers deels kaal geknaagd zijn en er zijn zelfs open plekken in voorheen dichte bossen ontstaan dankzij het werk van bevers. Voor soorten die houden van zonbeschenen oevers of van open plekken zijn de bevers dus cruciaal. In de Gelderse Poort zie je bijvoorbeeld blauwborsten vaak verdwijnen als het bos oud wordt, maar als de bever zijn werk doet keren ze vaak op deze plekken weer terug.

Meestal lopen de afgeknaagde wilgen weer uit. De jonge twijgjes worden in de Gelderse Poort in de winter veel gegeten door wildlevende runderen. En als de twijgen toch doorgroeien dan komt de bever een paar jaar later wel weer langs. En zo ontstaat dan de natuurlijke variant van een griend.

De bekendste bouwwerken van bevers zijn misschien wel de beverdammen. Op veel plekken in Nederland bouwen bevers geen dammen. Simpelweg omdat het geen zin heeft. Het heeft pas zin als er stromend water aanwezig is. Bijvoorbeeld in Limburgse beken, bevers leggen daar dammen aan waardoor het water stijgt. De dieren krijgen dan voldoende diep water om in te zwemmen en de ingang van de burcht staat veilig onder water. De bevermeertjes die ontstaan zijn waardevolle voortplantingsplekken voor amfibieën en vissen en daar kunnen bijvoorbeeld weer ijsvogels of zelfs otters van profiteren.

De otter kan sowieso wel eens groot voordeel van de bever krijgen. Bevers houden zelfs tijdens strenge vorst wakken langdurig open. Dankzij deze wakken behouden otters, maar ook bijvoorbeeld ijsvogels, een plek waar ze op vis kunnen blijven jagen.

Zelf sporen zoeken
Wie nu op zoek gaat naar beversporen kan zijn aanwezigheid niet missen. De vegetariërs eten ’s winters vooral bast van twijgen en takken. Om daarbij te komen knagen ze bomen en struiken om. Op plekken waar bevers leven is dit te zien aan de aanwezigheid van vaak kaalgeknaagde takken in of langs het water. Behalve knaagsporen zijn ook vaak loopsporen, geurhoopjes en soms zelf drollen in het water te vinden. De Zoekkaart Beversporen is gratis te downloaden op de website van ARK Natuurontwikkeling.

Goede gebieden om sporen te zoeken zijn bijvoorbeeld de Gelderse Poort en uiterwaarden langs de Maas. Maar ook elders in het land kun je zomaar sporen vinden. Zo zijn er waarnemingen van bevers tot in het Groene Hart bij Woerden, en langs de Groote Beerze diep in Brabant en bij de Friese Meren, het kan dus eigenlijk overal.

Download gratis Zoekaart Beversporen.
Verspreidingskaart bever op Waarneming.nl.
Meer informatie over bevers van de Zoogdiervereniging.

Tekst: Twan Teunissen, ARK
Foto's: Twan Teunissen, ARK; Bart Beekers, ARK
Zoekkaart: Jeroen Helmer, ARK